GC Instrumentatie H19

Instrumentatie GC
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Instrumentele analyseMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Instrumentatie GC

Slide 1 - Tekstslide

Injectiesystemen:
  • Verdampingsinjector
  • Splitinjector
  • Splitlessinjector
  • On Column
  • (Purge and Trap)
  • (Headspace)

Slide 2 - Tekstslide

Verdampingsinjector (gepakte kolommen)

Slide 3 - Tekstslide

1

Slide 4 - Video

01:20
Waarom wordt na het opzuigen van het monster de naald gevuld met lucht?
A
Je wil ook lucht injecteren om een piek te krijgen van de onvertraagde component.
B
Omdat anders het injectievolume niet klopt.
C
Geen idee.
D
Om vroegtijdige verdamping bij injectie van het monster te voorkomen.

Slide 5 - Quizvraag

Splitinjector
Splitinjector
Split Injectie
:
  • 0.2-2% van het monster komt op de kolom
  • Split ratio variërend van 50:1 tot 600:1
  • Hoe groot is de splitratio in het voorbeeld?

Slide 6 - Tekstslide

een monster bevat eencomponent in een concentratie van 25 g/L. Hiervan wordt 1 uL geïnjecteerd. Hoeveel µg van deze component komt
op de kolom terecht bij een splitratio van 50:1?

Slide 7 - Open vraag

Splitinjector
Splitlessinjector
Splitless Injectie
  • Ongeveer 80% van het monster komt op de kolom
  • Voor sporen analyse waarbij de te bepalen componenten < 0.01% van het monster beslaat.
  • Groot injectievolume (~2 mL) wordt langzaam geïnjecteerd (2s) 
  • “Solvent trapping” om brede pieken te voorkomen


Slide 8 - Tekstslide

Splitinjector
On columninjectie
On-column Injectie
  • ~100% op de kolom
  • Voor componenten die ontbinden boven hun kookpunt.
  • Vloeistof direct op de kolom geïnjecteerd
  • Lage start temperatuur
  • Verwarmen van de kolom initieert de scheiding

Slide 9 - Tekstslide

Bij een splitinjectie is het van belang dat:
A
De concentratie van de monsteroplossing voldoende groot is.
B
De concentratie van de monsteroplossing niet te groot is.
C
Je niet te veel monster injecteert anders raakt de kolom overbeladen.
D
Geen idee.

Slide 10 - Quizvraag

Een on-column injectie wordt gebruikt wanneer:
A
Ik een groot volume moet injecteren.
B
Ik een klein volume moet injecteren.
C
Wanneer de concentratie van de componenten heel laag zijn.
D
Componenten thermisch instabiel zijn

Slide 11 - Quizvraag

Een verdampingsinjector wordt gebruikt wanneer:
A
Bij hoge concentraties van de monsteroplossing.
B
Bij componenten die moeilijk in gasfase te brengen zijn.
C
bij gepakte kolommen
D
Bij sporenanalyse (lage concentraties)

Slide 12 - Quizvraag

Capillaire kolommen
Open tubular; lange kolommen met een kleine diameter

Slide 13 - Tekstslide

Waarom geeft een kolom met een kleinere interne diameter een betere resolutie?

Slide 14 - Open vraag

Waarom geeft een kolom met een kleinere interne diameter meer vertraging?

Slide 15 - Open vraag

Stationaire fases:
  • “like dissolves like”
  • A-polaire kolommen voor a-polaire componenten

  • Sterk polaire kolomen voor sterk polaire componenten 

  • Om “bleeding”te voorkomen van de stationaire fase vind crosslinking plaats 
  • Elutievolgorde veelal op basis van kookpunt.
  • Tweede factor is interactie met de stationaire fase

Slide 16 - Tekstslide

Draaggas

Slide 17 - Tekstslide

Waarom is de resolutie bij gebruik van stikstof als mobiele fase zoveel slechter?

Slide 18 - Open vraag

De verdelingscoëfficiënten van stof A, B en C zijn K(a) = 0,50; K(b) = 0,20; K(c) = 0,75. In welke volgorde komen ze van de kolom?
A
Eerst A dan B en dan C
B
Eerst B dan C en dan A
C
Eerst B dan A en dan C
D
Eerst C dan A en dan B

Slide 19 - Quizvraag

Detectoren
Thermal Conductivity Detector (TCD)

Helium heeft een hoge thermische conductiviteit. Indien er een component aanwezig is dan neemt de thermische conductiviteit af. Hierdoor wordt het filament minder afgekoeld en dus warmer waardoor de weerstand verandert en dus een verandering in elektrisch signaal.  

  • Universeel
  • Niet erg gevoelig
  • Gevoelig voor wisselingen in flow.

Slide 20 - Tekstslide

Detectoren
Flame Ionization Detector (FID)
Mobiele fase wordt gemengd met lucht en waterstofgas en verbrand in een vlam. Aanwezig koolstof wordt geïoniseerd. Hierdoor gaat stroompje lopen.
  • Geschikt voor alle organische componenten
  • Goede gevoeligheid.

Slide 21 - Tekstslide

Detectoren
Electron Capture Detector (ECD)
Nikkelfolie produceert flow aan elektronen. Wanneer een component voorbij komt met een hoge elektronegativiteit dan wordt deze stroom van elektronen onderbroken.
  • Halogeenhoudende componenten en andere eletronegatieve componenten
  • Heel gevoelig

Slide 22 - Tekstslide

Detectoren
Massaspectrometer
  • Om een stof met de massaspectrometer te kunnen analyseren dient het in de gasfase te zijn.
  • Met behulp van een vacuümpomp wordt het gasvormige monster vervolgens door het apparaat gezogen.
  • Hierbij passeert het monster een aantal verschillende onderdelen:

Ionisatiekamer
Moleculen worden onder invloed van een zeer krachtig elektrisch veld, gebombardeerd met elektronen.
Hierbij ontstaat een positief geladen molecuulion. 

Elektrisch veld
De gevormde fragmenten worden in een volgend onderdeel van de massaspectrometer versneld door middel van een elektrisch veld.

Magnetisch veld
Het magnetisch veld zorgt er voor dat de fragmenten worden afgebogen. De mate van afbuiging is afhankelijk van de massa: de zwaarste ionen zullen het minst worden afgebogen

Slide 23 - Tekstslide

Massaspectrum
Molecuulmassa
De isotopen van broom (79 en 80) zorgen voor 2 molecuulionen bij 110 en 108

Slide 24 - Tekstslide

De weerstand van een geleider neemt toe met stijgende temperatuur.
Welke detector is gebaseerd op dit principe?

Slide 25 - Open vraag

Een analist wil het ethanol gehalte in jenever bepalen met behulp van GC. Hij maakt standaarden met een oplopend gehalte aan ethanol. Aan elke standaard wordt 1-butanol toegevoegd als interne standaard. Wat is de functie van een interne standaard?

Slide 26 - Open vraag

Wanneer we gebruik maken van een FID. Hoeveel pieken zien we in het chromatogram, wanneer we een mengsel van ethanol/butanol/water injecteren?

Slide 27 - Open vraag

19.7 Monstervoorbewerking

Slide 28 - Tekstslide

Welke monster-
voorbewerkingen ken je?

Slide 29 - Woordweb

Extraheren

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide