5.2 Grondwet en grondrechten

5.2 Grondwet en grondrechten
Welkom!
Pak je boeken 
Laptop dicht op tafel

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

5.2 Grondwet en grondrechten
Welkom!
Pak je boeken 
Laptop dicht op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Grondwet en grondrechten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Welkom :-)
Herhaling 5.1
Leerdoelen 5.2
Uitleg met filmpjes en opdrachten
Lesopdrachtje
Werkboek
Afronding en huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met 'de rechtsstaat'?
A
Een land waarin iedereen recht staat
B
Een land waarbij de meerderheid van de bevolking op rechtse partijen stemt
C
Een land waarin rechten en plichten van burgers door de overheid worden gecontroleerd
D
Een land waar de rechten en plichten van de burgers en overheid zijn vastgesteld

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een democratie en een dictatuur?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip censuur?
A
Het expres weglaten of veranderen van bepaalde informatie
B
Het maken van (politieke) reclame waardoor mensen worden gehersenspoeld
C
Een vorm van een dictatuur
D
Invloed hebben op de tijd

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 5.2
Aan het eind van deze les kun je uitleggen:
  • hoe de Grondwet burgers beschermt tegen de macht van de overheid.
  • dat sommige grondrechten kunnen  botsen.
  • wat mensenrechten zijn.
  • wat een boycot is. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de grondwet?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen de grondwet en gewone wetten?

A
De grondwet is een verzameling richtlijnen, geen wetten
B
De grondwet is moeilijker te wijzigen dan gewone wetten
C
Er is geen verschil; de grondwet is gewoon een andere naam voor gewone wetten
D
Gewone wetten gelden alleen voor bepaalde groepen, de grondwet voor iedereen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Grondwet en grondrechten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
Hiernaast zie je de grondrechten. Check ze eens. Van welke was je je bewust?

Slide 12 - Tekstslide

De belangrijkste Nederlandse wet. In de Grondwet zijn onder meer de bevoegdheden van koning, regering en parlement geregeld. Ook zijn in de Grondwet de belangrijkste rechten en plichten van de burgers vastgelegd. Op deze slide staan de 23 grondrechten die momenteel in Nederland gelden.

In de volgende opdracht gaan de leerlingen hun eigen grondwet samenstellen met 10 grondrechten.
Lesopdracht botsende grondrechten

Welke twee grondrechten botsen in het volgende voorbeeld? Schrijf het antwoord in je schrift. 

Gebruik eventueel je boek op blz. 77

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld:
Een homoseksuele leraar solliciteert op een christelijke basisschool. In zijn sollicitatiegesprek vertelt hij eerlijk
dat hij een relatie met een man heeft. De directeur van de basisschool besluit dat de leraar daarom niet op de
school mag komen werken. Volgens de directeur is het gedrag van de homoseksuele leraar in strijd met de
grondslag van de school

Slide 14 - Tekstslide

Artikel 1: Verbod op discriminatie (gelijkheidsbeginsel)
Artikel 23: Vrijheid van onderwijs (en daarbij vrijheid van godsdienst)
En nu zelf
Bekijk de grondrechten op blz. 77, bron 3. Bedenk zelf minimaal twee situaties waarin grondrechten met elkaar zouden botsen. 

Bespreek in tweetallen

Nabespreking doen we klassikaal

Slide 15 - Tekstslide

Artikel 1: Verbod op discriminatie (gelijkheidsbeginsel)
Artikel 23: Vrijheid van onderwijs (en daarbij vrijheid van godsdienst)
Voorbeelden
Vrijheid van meningsuiting vs. Recht op gelijke behandeling

1. Discriminerende uitspraken – Een politicus bekritiseert een bepaalde bevolkingsgroep, beroept zich op vrijheid van meningsuiting, maar wordt beschuldigd van haatzaaien.
2. Religieuze kritiek – Een cabaretier maakt grappen over religie, wat gelovigen als kwetsend ervaren en eisen dat hij stopt.

Slide 16 - Tekstslide

Artikel 1: Verbod op discriminatie (gelijkheidsbeginsel)
Artikel 23: Vrijheid van onderwijs (en daarbij vrijheid van godsdienst)
Voorbeelden
Vrijheid van meningsuiting vs. Recht op gelijke behandeling

1. Discriminerende uitspraken – Een politicus bekritiseert een bepaalde bevolkingsgroep, beroept zich op vrijheid van meningsuiting, maar wordt beschuldigd van haatzaaien.
2. Religieuze kritiek – Een cabaretier maakt grappen over religie, wat gelovigen als kwetsend ervaren en eisen dat hij stopt.

Slide 17 - Tekstslide

Artikel 1: Verbod op discriminatie (gelijkheidsbeginsel)
Artikel 23: Vrijheid van onderwijs (en daarbij vrijheid van godsdienst)
Voorbeelden
Vrijheid van meningsuiting vs. Vrijheid van godsdienst

13. Publicatie van spotprenten – Een tijdschrift publiceert cartoons van een religieus figuur, wat leidt tot woede en protesten vanuit gelovigen.
14. Prediker met radicale opvattingen – Een imam roept op tot het afwijzen van democratische waarden, terwijl dit onder vrijheid van meningsuiting valt.

Slide 18 - Tekstslide

Artikel 1: Verbod op discriminatie (gelijkheidsbeginsel)
Artikel 23: Vrijheid van onderwijs (en daarbij vrijheid van godsdienst)
1

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bepalen de sociale grondrechten
voor hoeveel banen de overheid ieder jaar moet zorgen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensenrechten
  • Basisrechten voor elk mens
    waar die ook vandaan komt
  • 1948: Verklaring Verenigde Naties
  • 30 mensenrechten
  • Naleving mensenrechten
  • Amnesty International 

Slide 21 - Tekstslide

De mensenrechten staan in een verklaring die is opgesteld door de Vereningde Naties (VN). De VN zijn een internationale organisatie waarvan bijna alle landen ter wereld lid zijn. Binnen de VN werken landen onder meer samen op het gebied van veiligheid en mensenrechten. Alle leden van de VN hebben de verklaring ondertekend waarin de mensenrechten beschreven staan. Door deze verklaring te ondertekenen, hebben deze landen beloofd om ervoor te zorgen dat de mensenrechten in hun land worden nageleefd.

Hoewel bijna alle landen de mensenrechten verklaring hebben ondertekend, worden in veel landen nog regelmatig mensenrechten geschonden. In sommige landen is er bijvoorbeeld geen godsdienstvrijheid of heeft een groot gedeelte van de bevolking geen toegang tot gezondheidszorg.


Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke schendingen van mensenrechten
in Nederland worden in de video genoemd?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een boycot
  • Wat is een boycot? Schrijf het begrip in je schrift.

  • Waarom kan een land een boycot instellen?

  • Welke andere reden is er om een boycot in te stellen? 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naar het werkboek:
Opdracht 5.2: 1 t/m 5, 7, 11 en 12

Klaar? Maak ook een begrippenlijst van par. 5.2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies