TAALACTIEF BLOK 3 WEEK 3 LES 11B
1 / 11
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik snap het niet. Kun jij dat toelichten
Wat denk jij dat het woord toelichten betekent?
Wat denk jij dat het woord toelichten betekent?
A
Uitleggen
B
Nogal dichtbij
C
Het onderdeel
D
Informatie vragen of uitzoeken
Slide 2 - Quizvraag
Als ik met vuur speel bestaat de kans dat er iets vervelends gebeurd.
Welk woord hoort hierbij?
Welk woord hoort hierbij?
A
Het aspect
B
Het risico
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de goede zin?
A
De bijdrage is de reden waarom je iets doet of vindt.
B
De consequentie is iets waar je van uit gaat.
C
Het alternatief is de andere mogelijkheid
Slide 4 - Quizvraag
Ik kies voor de appel in plaats van de peer.
Welk begrip past bij de tekst.
Welk begrip past bij de tekst.
A
raadplegen
B
selecteren
C
de bijdrage
Slide 5 - Quizvraag
De fiets kan een ..... vervoermiddel zijn voor de auto.
Welk woord past op de lege plek?
Welk woord past op de lege plek?
A
alternatief
B
risico
C
consequent
Slide 6 - Quizvraag
Ik had straf en als ..... moest ik een uur eerder naar bed.
Welk woord komt op de lege plek?
Welk woord komt op de lege plek?
A
ontwikkeling
B
uitgangspunt
C
consequentie
Slide 7 - Quizvraag
De ..... op het gebied van energie zuinige auto's gaat snel.
A
risico's
B
ontwikkelingen
C
alternatieven
Slide 8 - Quizvraag
A
uitgangspunt
B
risico
C
van toepassing zijn op
D
selecteren
Slide 9 - Quizvraag
Het bepalen van de inrichting is belangrijk bij het openen van een winkel.
Welk begrip past bij deze zin?
Welk begrip past bij deze zin?
A
het aspect
B
het risico
C
het alternatief
