1hv-5-6.2

Bestuiving
Op tafel:
laptop (lessonup opgestart)


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bestuiving
Op tafel:
laptop (lessonup opgestart)


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meeldraad en stamper zijn de .................... van de plant
A
Ademhalingsorganen
B
Voortplantingsorganen
C
Transportorganen
D
Verteringsorganen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meeldraad is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De stamper is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is.
  •  Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving.
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nectar en stuifmeel
Veel bloemen bevatten nectar = een zoet sap dat insecten aantrekt. 
Bijen verzamelen dit en maken er honing van.

Ook zit er stuifmeel in de bloem. De bij zit onder het stuifmeel en neemt dit zo mee naar een andere bloem.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bestuiving
  • Bij het verzamelen van nectar raakt een bij bedekt met stuifmeel


  • De bij neemt het stuifmeel mee naar de volgende bloem (van dezelfde soort)

  • Het stuifmeel komt dan op de stamper (stempel) terecht


Slide 9 - Tekstslide

Komt het stuifmeel op de stempel van een andere bloem terecht, dan is dit geen bestuiving
Bestuiving

  • Bijen verzamelen nectar en maken er honing van voor hun jongen (larven)

  • Ook vlinders, kolibries en vleermuizen leven van nectar en dragen bij aan de bestuiving 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bij neemt stuifmeel mee naar de volgende bloem. Het komt dan op de ............ terecht
A
Meeldraad
B
Kroonbladeren
C
Stamper
D
Kelkbladeren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bestuiving
  • Zelfbestuiving: bestuiving van dezelfde bloem, of een andere bloem op dezelfde plant
  • Kruisbestuiving: bestuiving van een bloem op een andere plant (zelfde soort) 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van bestuiving?
Kruisbestuiving
Zelfbestuiving
(binnen eigen bloem)
Geen bestuiving
Geen bestuiving
Zelfbestuiving (binnen zelfde plant)
Geen bestuiving

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Insectenbloemen
Insectenbloemen = bloemen waarbij insecten zorgen voor bestuiving.
  • Grote, opvallend gekleurde kroonbladeren
  • Stuifmeel is ruw en kleverig zodat het goed blijft plakken
  • Maken relatief weinig stuifmeel
  • Veel insecten bestuiven bloemen van 1 soort

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Windbloemen
Windbloemen = wind zorgt voor bestuiving
  • De wind waait het stuifmeel weg
  • Kleine en onopvallende bloemen
  • Stuifmeel komt per toeval op stempel andere bloem terecht
  • Veel licht en glad stuifmeel
  • Stempels zijn groot en veervormig

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Windbloemen
De helmknoppen hangen meestal buiten de bloem. Het stuifmeel kan daardoor makkelijk weggeblazen worden.

De stempels zijn groot en vertakt. Steken ook meestal buiten de bloem uit -> grotere kans dat er stuifmeel op komt. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insectenbloem
Windbloem
groene kroonbladeren
nectar
meeldraden in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel kleverig

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Wat: 1. Lezen 6.2
          2. Maak opdrachten in online boek: 6.2: 1, 2, 3, 6, 7
Hoe: Individueel
Hulp: De tekst
Klaar: 1. Maken opdr. 4
           
            

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies