Week 5: Fracturen

Fracturen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Fracturen

Slide 1 - Tekstslide

Fractuur?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een Fractuur?
  • botbreuk 
  • onderbreking 
  • scheurtje 
  • open breuk of verbrijzeling 
  • zwelling  
  • röntgenfoto 

Slide 4 - Tekstslide

Symptomen 
  • afwijkende stand/vorm ledemaat/gewricht 
  • zwelling, bloeding  
  • verminderde tot geen mobiliteit
  • pijn

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

de juiste behandeling
  • röntgenfoto 
  • chirurg 
  • behandeling 
  • gips of operatie
  • ribben of vingertoppen
  • tijdelijk rust

Slide 11 - Tekstslide

3 meest gebruikte behandelvormen
  • Gips
  • Operatie
  • Rusten 

Slide 12 - Tekstslide

gipsbehandeling 
  • botstukken op juiste plaats
  • omliggende gewrichten
  • nadeel: stijf, verslappen en botontkalking

Slide 13 - Tekstslide

operatieve behandeling
botstukken aan elkaar 

voordelen: 
stevig, soepel. geen botontkalking 

nadelen: 
extra beschadiging, wondinfectie  

Slide 14 - Tekstslide

Vastzetten van botten
  • platen
  • schroeven
  • pinnen 

Slide 15 - Tekstslide

Heupfractuur
  • plaat/pen met schroeven
  • heupprothese
  • kophalspothese 

Slide 16 - Tekstslide

hoelang duurt een operatie voor een totale heupprothese?
A
15-45 min.
B
10-30 min.
C
80-100 min.
D
60-75 min.

Slide 17 - Quizvraag

waar bestaat een heup uit?
A
heupkom en heupkont
B
heupkop en heupkont
C
heupkom en heupkop
D
heupkop en heupbeen

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Complicaties 
  • avasculaire necrose  
  • compartimentsyndroom (m.n. onderbenen en voeten)
  • trage/afwezige botgenezing, schijngewricht
  • vaat/zenuwletsel 
  • vetembolie

Slide 21 - Tekstslide

Even de kennis testen . . .

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een ongecompliceerde en een gecompliceerde breuk?

Slide 23 - Open vraag

Wat is een pathologische fractuur?
A
huid is hierbij intact
B
door een ziekte/trauma
C
door stress op het bot
D
bot is zichtbaar

Slide 24 - Quizvraag

Welk verschijnsel past NIET bij een gecompliceerde fractuur?
A
intacte huid
B
abnormale stand
C
onderhuidse bloeding
D
zichtbare zwelling

Slide 25 - Quizvraag

Gebroken ribben en vingertoppen genezen vanzelf.
WAAR
NIET WAAR

Slide 26 - Poll

Een gebroken sleutelbeen heeft alleen (tijdelijk) rust nodig.
WAAR
NIET WAAR

Slide 27 - Poll

Deze foto is een voorbeeld van...
A
Ziekte van Paget
B
Osteoporose
C
Ziekte van Bechterew
D
Fractuur

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

welk verschijnsel past NIET bij een gecompliceerde fractuur
A
abnormale stand
B
intacte huid
C
onderhuidse bloeding
D
zichtbare zwelling

Slide 34 - Quizvraag

Hoe herken je een heup fractuur?
A
het been is naar binnen of naar buiten gedraaid
B
been van de gebroken heup is dikker
C
het been met de gebroken heup lijkt verkort
D
de heup kan maar op één plek gebroken zijn

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Wat wordt er weergegeven bij c?
A
Normale situatie
B
Verstuiking
C
Ontwrichting
D
Fractuur

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Video