Opvangmogelijkheden peuter / kleuter

Opvangmogelijkheden peuter / kleuter
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opvangmogelijkheden peuter / kleuter

Slide 1 - Tekstslide

Wie ving jou op als PEUTER?

Slide 2 - Woordweb

Wie ving jou op als KLEUTER?

Slide 3 - Woordweb

Wie ving jou op als peuter of kleuter als je ziek was?

Slide 4 - Woordweb

Groepsindeling oef 1 en 2
Bjarne
Joni
Julie
Romi
Benhilda
Lisa
Romy
Enise
Jade
Anouk
Hanne P
Chaïma
Hanne B
Jihane
Jill

Slide 5 - Tekstslide

Groepsopvang
  • Meerdere kinderbegeleiders. Max 9 kinderen per begeleider
  • Meestal apart gebouw
  • Een grotere opvang is opgedeeld in leefgroepen van max 18 kinderen
  • Vergunning van Kind en Gezin

         Voordelen
  • Kinderen van dezelfde leeftijd
  • Vaak ondersteunend personeel aanwezig
  • Vervanging wanneer de begeleider afwezig is.

Slide 6 - Tekstslide

Gezinsopvang
  • Een kleinschalige opvang
  • Meestal vangt 1 onthaalouder je kind op
  • Er zijn maximum 8 kinderen aanwezig. Gemiddeld streeft men naar 4 kinderen
  • Vaak in de gezinswoning van de onthaalouder
  • Erkenning van Kind en Gezin

         Voordelen
  • Huiselijk
  • Minder kinderen aanwezig
  • één vaste persoon in de opvang

Slide 7 - Tekstslide

Voor en na school en tijdens de vakantie

            overzicht via de gemeente

  • op school voor of na de schooluren
  • in een groepsopvang of gezinsopvang, samen met baby's of peuters of soms enkel voor schoolkinderen. 
  • Vakantieopvang bij initiatieven van sport, jeugd, cultuur en vrije tijd.                   Bv leuke kampen


  • Familie / vrienden

Slide 8 - Tekstslide

Wat als je kind ziek is?

         Toch naar de opvang

  • Bv lichte verkoudheid

         Thuisopvang door:

  • Zelf verlof nemen
  • Familie of vrienden
  • Ziekenfonds, OCMW, gemeente
  • Werkgever


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Doorgaande lijn:

Slide 11 - Tekstslide

Doorgaande lijn

  • kinderen bewegen dagelijks tussen thuis, kinderopvang, school, buitenschoolse activiteiten
         
          Nood aan zo veel mogelijk continuïteit


  • Meer overgangsmomenten bemoeilijkt het welbevinden en leren van kinderen

         Kinderopvang, kleuterschool en naschoolse opvang beter af te stemmen en samen te werken

Slide 12 - Tekstslide

1. Sonja zet haar dochter Flore (3 jaar) af bij de onthaalmoeder.

- A. gezinsopvang
- B. groepsopvang

1. Sonja zet haar dochter Flore (3 jaar) af bij de onthaalmoeder.

- A. gezinsopvang
- B. groepsopvang

Slide 13 - Tekstslide

2. Welke stelling(en) zijn juist?

- A. Een gezinsopvang is een kleinschalige opvang
- B. Familieleden (bv grootouders) die een peuter opvangen, worden gezinsopvang genoemd.
- C. Zieke kinderen moeten altijd thuis blijven.
- D. Voor je peuter kun je kiezen voor een groepsopvang of een gezinsopvang.

2. Welke stelling(en) zijn juist?

- A. Een gezinsopvang is een kleinschalige opvang
- B. Familieleden (bv grootouders) die een peuter opvangen, worden gezinsopvang genoemd.
- C. Zieke kinderen moeten altijd thuis blijven.
- D. Voor je peuter kun je kiezen voor een groepsopvang of een gezinsopvang.


Slide 14 - Tekstslide

3. Opvang zoeken voor je peuter of kleuter kan je gemakkelijk via www.deopvangkaart.be

- A. Juist
- B. Fout

Slide 15 - Tekstslide

4. Karen zet haar kinderen Jacob (4j) en Jens (5j) af aan de sporthal. Jacob brengt deze week door in een piratenkamp. Jens heeft gekozen voor een sportkamp.

- A. Gezinsopvang
- B. Groepsopvang

Slide 16 - Tekstslide

5. Welke stelling(en) zijn juist?

- A. Meestal is een peuter klaar voor de kleuterschool tussen de 3 en 4 jaar.
- B. Een groepsopvang voor peuters heeft altijd een vergunning van kind en gezin
- C. Een gezinsopvang bevindt zich vaak in de gezinswoning van de onthaalouder.

Slide 17 - Tekstslide

Volgende week SO
pg 79-82 
+
Project 'doorgaanse lijn' kunnen uitleggen

Slide 18 - Tekstslide