Les 2 debat leesvaardigheid schrijfvaardigheid

Welkom!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Komende periode
  • Oefenen met stellingen en argumenten (opfrissen)
  • Schrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Komende periode
  • 2 april: inleverdatum middeleeuwenopdracht, indeling met welk dier hoor je eind van de les.
  • Thuis, soms in de les: twee door mij goedgekeurde boeken lezen --> tussenopdracht eind april, schrijfopdracht eind mei.
  • Debatteren, samen met maatschappijleer 
  • Oefenen met leesvaardigheid (slottoets die zwaar meetelt)
  • Oefenen met argumentatie en schrijfvaardigheid, want...

Slide 3 - Tekstslide

5 havo
  • Mondeling over vijf boeken
  • schrijfvaardigheid: betoog of beschouwing
  • Examen: leesvaardigheid 

Argumentatie komt in alle onderdelen terug!
Schrijfvaardigheid telt zwaar mee!

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht (stap 1) 
a) Maak een nevenschikkende argumentatiestructuur (minimaal 3 argumenten) bij het standpunt 'Er moet stemrecht ingevoerd worden vanaf 16 jaar'. Je mag zelf kiezen of je voor of tegen bent.
b) Bedenk er twee tegenargumenten bij die je weerlegt

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaak en gevolg
Hij heeft een onvoldoende gehaald 

want hij heeft niet geleerd. 

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak en gevolg
Dit is een gevaarlijke kruising 

want er gebeuren hier veel ongelukken. 

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerk of eigenschap
Dat is een goede zanger

want hij zingt altijd zuiver.

Slide 8 - Tekstslide

Voor- en nadelen
Je moet je huiswerk maken 

want anders zul je nooit een voldoende halen.

Slide 9 - Tekstslide

Voor- en nadelen
Laten we deze zomer op vakantie naar Frankrijk gaan 

want dan hebben we de grootste kans op mooi weer.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Een topfunctie is haalbaar voor Nederlandse vrouwen 

want Neelie Smit Kroes is jarenlang Eurocommissaris geweest.

Slide 11 - Tekstslide

Vergelijking
Je kunt best een voldoende halen voor deze toets 

want Johan is het ook gelukt.

Slide 12 - Tekstslide

Vergelijking
Nederland moet meer investeren in duurzaamheid

want Duitsland doet dat ook.

Slide 13 - Tekstslide

Autoriteit
Je mag niet door rood rijden

want dat staat in de wet.

Slide 14 - Tekstslide

Autoriteit
Je moet minimaal twee keer per dag je tanden poetsen 

want dat zegt de tandarts.

Slide 15 - Tekstslide

Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?

Slide 16 - Tekstslide

Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk-eigenschap
D
Oorzaak-gevolg

Slide 17 - Quizvraag

Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 18 - Quizvraag

Volgens Johan Cruijff moest Ajax meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
Voordelen-nadelen
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 19 - Quizvraag

Waarom moet ik een briefje halen? Isabelle was vorige les ook te laat en zij hoefde geen briefje te halen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Voorbeeld
D
Autoriteit

Slide 20 - Quizvraag

Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 21 - Quizvraag

Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 22 - Quizvraag

Vorige opdracht (stap 2)
c) Orden je argumenten. Welke vind je het sterkst? Waar zet je die in je betoog?
d) Bij welk argument kun je een anekdote of andere aandachttrekker (actualiteit, geschiedenis, belang van de lezer) bedenken die je in de inleiding kunt gebruiken?

Nu: Wat voor soort argumenten heb je eigenlijk gebruikt? Oorzaak-gevolg, voor-/nadelen, autoriteit, kenmerk/eigenschap, voorbeelden, vergelijking? 1 minuut om over na te denken!
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Opdracht (stap 3)
e) Schrijf een inleiding (ca 80-100 woorden): 1 alinea om de aandacht te trekken, 1 alinea met daarin je standpunt

Klaar? Uitwisselen! Controleer en noteer:
- aandacht? Hoe? (anekdote, actualiteit, geschiedenis, belang)
-Standpunt helder en als standpunt geformuleerd?

timer
6:00

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht (stap 4)
f) Deze opdracht bestaat uit vijf stappen: je schrijft het middenstuk en dat bestaat uit vijf alinea's: drie alinea's met elk een argument, twee alinea's met in elk een tegenargument + weerlegging. Werk nu minstens een argument uit!

Tip: Gebruik signaalwoorden: Mijn eerste argument... Daarnaast... ook (bij argumenten)
Sommige mensen beweren (tegenargument) ... Daar staat tegenover dat... (weerlegging)
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Ik weet nu hoe ik de inleiding en het middenstuk van een betoog moet opbouwen.
Mee eens
Neutraal
Oneens

Slide 27 - Poll