c) Orden je argumenten. Welke vind je het sterkst? Waar zet je die in je betoog?
d) Bij welk argument kun je een anekdote of andere aandachttrekker (actualiteit, geschiedenis, belang van de lezer) bedenken die je in de inleiding kunt gebruiken?
Nu: Wat voor soort argumenten heb je eigenlijk gebruikt? Oorzaak-gevolg, voor-/nadelen, autoriteit, kenmerk/eigenschap, voorbeelden, vergelijking? 1 minuut om over na te denken!