Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
5.3 Belasting op shoppen?-deel2
Even herhalen...
BTW
Berekenen van btw en consumentenprijs
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quiz
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Even herhalen...
BTW
Berekenen van btw en consumentenprijs
Slide 1 - Tekstslide
Btw (1)
Slide 2 - Tekstslide
BTW tarief
Hoog tarief = 21% > bijna alle producten
Laag tarief = 9% >
eten, openbaar vervoer, kapper, taxi, geneesmiddelen
BTW en omzetbelasting = hetzelfde.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Stappenplan BTW sommen
1. Wat wordt er gevraagd?
verkoopprijs (exclusief BTW)
of consumentenprijs (inclusief BTW)
2. Welke gegevens weet je?
3. Gebruik de verhoudingstabel of de formule.
Slide 5 - Tekstslide
BTW berekenen:
€ 125 : 100 x 21% = € 26,25
of 21% :100 x 125 = 26,25 euro
Consumentenprijs berekenen
€ 125 + € 26,25 = € 151,25
Rekenen met BTW - overzicht - klik op vraagteken voor vraag 6a/b in je werkboek
Verkoopprijs
100%
Btw
9%
Consumentenprijs
109%
100%
21%
121%
Je koopt een blouse met een verkoopprijs van € 45.
Het btw tarief is 21%
Bereken de btw
Bereken de consumentenprijs
BTW 21% = 21:100x45 =9,45 euro
Consumentenprijs=
Verkoopprijs + btw
dus 45 + 9,45 = 54,45 euro
Slide 6 - Tekstslide
BTW berekenen:
€ 125 : 100 x 21% = € 26,25
of 21% :100 x 125 = 26,25 euro
Consumentenprijs berekenen
€ 125 + € 26,25 = € 151,25
Rekenen met BTW - overzicht - klik op vraagteken voor vraag 6a/b in je werkboek
Verkoopprijs
100%
Btw
9%
Consumentenprijs
109%
100%
21%
121%
Je koopt een broodje kipkorn voor €2,10 (consumentenprijs)
Het btw tarief is 9%
Bereken de btw
Bereken de verkoopprijs
BTW 21% = 21:100x45 =9,45 euro
Consumentenprijs=
Verkoopprijs + btw
dus 45 + 9,45 = 54,45 euro
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Verkoopprijs = 100% € 1.228,93
BTW = 21% € 258,07 +
-------------------------
Consumentenprijs = 121% € 1.487
€ 1.487 : 121 x 100 = € 1.228,93
€ 1.487 : 121 x 21 = € 258,07
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen 5.4 Wat houd je over?
Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent
Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoel 1:
Je kunt uitleggen wat inkoopwaarde is.
Slide 11 - Tekstslide
Inkoopprijs vs. inkoopwaarde
Inkoopprijs
= de prijs per stuk die je betaald voor 1 product dat je inkoopt.
Inkoopwaarde
= de waarde van alle ingekocht producten, dus meer dan 1!
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld
Inkoopprijs
van 1 tompouce van de HEMA = € 0,45
Inkoopwaarde van de HEMA op 25 maart =
Tompouce = 100 x € 0,45 = € 45,-
Totale
inkoopwaarde
= € 45,-
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoel 2
Je weet wat brutowinst is en je kan deze berekenen.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Leerdoel 3:
Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
Slide 16 - Tekstslide
Brutowinst is dé winst?
Is de brutowinst het inkomen van de ondernemer?
NEE!!
Naast de kosten van inkoop van artikelen, heb je nog meer kosten.
Welke?
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoel 4:
Je weet wat Nettowinst is en kunt deze berekenen.
Slide 18 - Tekstslide
Brutowinst vs. nettowinst
Nettowinst is er als alle kosten betaald zijn.
O
mzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Overige bedrijfskosten -
Nettowinst / verlies
Slide 19 - Tekstslide
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettowinst / verlies
€ 5.000,-
€ 1.500,- -
€ 3.500,-
€ 2.500,- - € 4. 000
€ 1.000,-
- €500
Slide 20 - Tekstslide
Omzet
afzet x verkoopprijs
afzet x inkoopprijs
Brutowinst
Inkoopwaarde -
Overige / bedrijfskosten -
kosten om de winkel/bedrijf te laten functioneren
Nettowinst
de winst die overblijft als je alles hebt betaald
O
I
B
O
N
Slide 21 - Tekstslide
Consumentenprijs
Ander woord voor BTW
verkoopprijs
BTW percentages
is 109% of 121%
laag = 9%
hoog = 21%
is altijd 100%
omzetbelasting
Slide 22 - Sleepvraag
Nu maken
Opgaven over BTW
B/K: blz. alle opgaven H 5.3
Klaar: plusopdrachten blz. 44/45
K/TL: alle opgaven H 5.3
Klaar: plusopdrachten blz.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
opgave 57, blz. 27
verkoopprijs = 100% € 10.578,51
btw = 21% € 2.221,49
consumentenprijs 121% € 12.800
1% is € 12.800 ÷ 121 = € 105,785124
(let op niet afronden)
De verkoopprijs is 100 × € 105,785124= € 10.578,51
of in 1 keer: € 12.500 ÷ 121 × 100 = € 10578,51
Slide 29 - Tekstslide
2E
Nu maken
Rekenen opgave 1 + 6 (blz. 46)
opgave 15 (blz. 47)
opgave 18 (blz. 48)
Niet af = huiswerk
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Les met
28 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Les met
26 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
BTW
Januari 2019
- Les met
28 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
De prijs
Januari 2019
- Les met
19 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Leerjaar 3 Hst 5 les 3
Maart 2020
- Les met
17 slides
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
leerjaar 4 economie Hst 3 paragraaf 3 Wat wordt de prijs?
November 2018
- Les met
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1
Augustus 2020
- Les met
19 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3.3 Wat betaalt de consument?
Augustus 2018
- Les met
35 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld