3.4 Elektrische stroom

3.4 Elektrische stroom
  • Hoe stroomt de stroom in een stroomkring?
  • Hoe stromen elektronen in een Stroomkring?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.4 Elektrische stroom
  • Hoe stroomt de stroom in een stroomkring?
  • Hoe stromen elektronen in een Stroomkring?

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik op de vorige les
Uitleg paragraaf 3.4 
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Terugblikken op de vorige les aan de hand van een aantal vragen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een spanningsbron?

Slide 4 - Open vraag

Voorbeelden spanningsbronnen

Slide 5 - Woordweb

Wat is het symbool voor spanning?

Slide 6 - Open vraag

Spanning meten we in ...

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen na deze les weet je wat 
  • Hoe je een stroomkring maakt
  • Het verschil is tussen geleiders en isolatoren
  • Wat een open en gesloten stroomkring is 
  • wat stroomsterkte is en hoe te meten
  • Wat een schakelschema is

Slide 8 - Tekstslide

Elektrische spanning
Elektrische spanning is de hoeveelheid elektrische energie die een apparaat kan leveren.

Stopcontact U = 230 V

Slide 9 - Tekstslide

Elektrische stroom
Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.

De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.

Er verdwijnen geen elektronen.

Slide 10 - Tekstslide

Elektrische stroom
De spanningsbron zorgt voor elektrische stroom 
als er stroomdraden aangesloten worden. 

De elektrische stroom transporteert energie naar het apparaat

Slide 11 - Tekstslide

Stroomkring
Met behulp van een spanningsbron kun je een apparaat aansluiten en stroom geven.

Om een apparaat goed te laten werken heb je een gesloten stroomkring nodig.

De stroom gaat van de batterij naar het lampje, daar gebeurt iets, en dan gaat de stroom weer terug naar de batterij.

Slide 12 - Tekstslide

Stroomkring onderdelen
1) Spanningsbron (Batterij, accu, dynamo, generator, zonnecellen) die elektrische energie levert. Hierdoor gaat een ''stroom'' lopen.
2) Stroomdraden (snoeren, metaaldraden, koolstof).
3) Een apparaat die de elektrische energie opneemt.
Sommige stroomkringen kun je openen/sluiten met een schakelaar (lamp aan en uit doen)

Slide 13 - Tekstslide

Stroomkring
open en gesloten stroom kring


Slide 14 - Tekstslide

Stroomkring
Elektriciteit is eenrichtingsverkeer
Stroomdeeltjes moeten terug kunnen
 naar de batterij



Slide 15 - Tekstslide

Stroomkring
In een stroomkring loopt de stroom van plus naar min.

Slide 16 - Tekstslide

Open stroomkring
Gesloten stroomkring

Slide 17 - Tekstslide

Stroomsterkte
Hoe meer elektronen door de draad per seconde, 
hoe hoger de stroomsterkte.

Grootte van de elektrische stroom

Symbool: I 
Eenheid: ampère (A)

 


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Stroommeter - ampèremeter

Slide 20 - Tekstslide

Geleider
Een geleider is een stof waar gemakkelijk elektrische stroom doorheen gaat

Alle metalen
Koolstof
Water met opgeloste zouten of zuren
Een elektrolyt = een geleidende vloeistof

Slide 21 - Tekstslide

Isolator
Hier gaat elektrische stroom niet of nauwelijks door.

Plastic
Rubber
Lucht
Zuiver water
Glas

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Schakelschema

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen nu weet je wat 
  • Hoe je een stroomkring maakt
  • Het verschil tussen geleiders en isolatoren.
  • Wat is een open en gesloten stroomkring
  • wat is stroomsterkte en hoe te meten
  • Wat is een schakelschema 

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Opdr.: 2 t/m 8 
11 t/m 14 
 7 en 8 -> netjes tekenen

Slide 26 - Tekstslide