GL3-Ch6-bron C-l'impératif

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Julius Caesar - imperator

Jules César - empereur

--> impératif

Even herhalen:

Impératif - gebiedende wijs

3 vormen - 3 situaties

1   tegen één persoon die je met je/jij aanspreekt

2  tegen één persoon die je met u aanspreekt en

    tegen meerdere personen

3  tegen meerdere personen waar je zelf bij hoort

3 vormen - 3 situaties

1 tegen één persoon die je met je/jij aanspreekt

        Gebruik de 'ik'-vorm, vaak stam + e

2 tegen één persoon die je met u aanspreekt en

    tegen meer dan één personen

        Gebruik de 'vous'-vorm, meestal stam + ez

3 tegen meer dan één personen waar je zelf bij hoort

        Gebruik de 'nous'-vorm, stam + ons

        In het Nederlands zeg je dan: Laten we ... (w.w.)

Uitzondering:

aller = gaan     

1  va (= il/elle-vorm) 

2  allez

3  allons

Bijzondere vormen:

être = zijn 

1  sois

2  soyez

3  soyons

Madame, .... un papier, s'il vous plaît.

1. donne
2. donnez
3. donnons

Anne et Claire, .... ici!

1. reste
2. restez
3. restons

.... sages, les enfants!

1. sois
2. soyons
3. soyez

Luc, ... ici.

1. reste
2. restez
3. restons

Luc, ... ici, toi et moi.

1. reste
2. restez
3. restons

Bonjour tout le monde, .... les devoirs d'aujourd'hui.

1. fais
2. faites
3. faisons

Jacques! .... à Paris!

1. va
2. allez
3. allons

Lucy, .... au concierge, s'il te plaît.

1. vais
2. allez
3. allons
4. va

Vul de gebiedende wijs in:
Monsieur, (expliquer)-moi l'exercice.

Vul de gebiedende wijs in:
(Amuser)-nous dans la cantine.

Vul de gebiedende wijs in:
(Aller) à la salle de classe, Marie!

Vul de gebiedende wijs in:
Léo, (être) attentif!