Ch.6, H3 ch6 les 2 1920

          Bonjour H3a


                                Chapitre 6 / bron A + C
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

          Bonjour H3a


                                Chapitre 6 / bron A + C

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
- répéter vocabulaire A
- répéter grammaire C (l'impératief)
- luiva oefenen
- les devoirs


Slide 2 - Tekstslide

de schilder =
A
le chanteur
B
la chanteuse
C
la peinture
D
le peintre

Slide 3 - Quizvraag

vervolgens =
A
mais
B
ensuite
C
alors
D
puis

Slide 4 - Quizvraag

partir + sortir =
A
vertrekken + feesten
B
uitgaan + zingen
C
vertrekken + uitgaan
D
uitgaan + werken

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal N-F: Kunt u mij de weg wijzen?

Slide 6 - Open vraag

Vertaal N-F: linksaf en rechtsaf

Slide 7 - Open vraag

Musée du Louvre

l'Arc de Triomphe

Basilique du Sacré Coeur

La Tour Montparnasse

Hôtel des Invalides

Le Notre Dame

Slide 8 - Sleepvraag

La tour Eiffel
La grande arche de la défense

Montmartre

La Seine

Les Champs Élysées

Disneyland

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je over de 'gebiedende wijs' in het Nederlands?

Slide 11 - Tekstslide

Sta op!
Ga zitten!
Wees stil!
Eet je pizza!
Loop eens door!

In het Nederlands bestaat 1 vorm van de gebiedende wijs
Geen onderwerp
mét uitroepteken!

Slide 12 - Tekstslide

Bloc C (grammaire)
                       L'impératif    (=gebiedende wijs)

Luc, fais tes devoirs!
Faisons nos devoirs!
Luc et Lucie, faites vos devoirs!

   De gebiendende wijs heeft 3 vormen. Tot wie richten de 3 zinnen zich?

Slide 13 - Tekstslide

Bloc C (grammaire)
                       L'impératif    (=gebiedende wijs)


Luc, fais tes devoirs!                (je richt je tot 1 persoon die je met jij aanspreekt) 
Faisons nos devoirs!                (je richt je tot jezelf en tot andere personen)
Luc et Lucie, faites vos devoirs!  (je richt je tot meer personen of tot een u)

In welke  3 vormen staat het werkwoord ? 



   

Slide 14 - Tekstslide

Bloc C (grammaire)
                       L'impératif    (=gebiedende wijs)

Luc, fais tes devoirs!                 
je richt je tot 1 persoon die je met jij aanspreekt         --> je - vorm   
Faisons nos devoirs!                
je richt je tot jezelf en tot andere personen                 --> nous - vorm
Luc et Lucie, faites vos devoirs! 
je richt je tot meer personen of tot een u                     --> vous - vorm

In welke  3 vormen staat het werkwoord ? 



   

Slide 15 - Tekstslide

Let op de uitzonderingen!
hier is alleen de 1e vorm anders
être en avoir zijn helemaal onregelmatig

Slide 16 - Tekstslide

l'impératif
les démarches:
  • vraag je af tegen wie je het gezegd wordt
  • kies de ik-vorm, de wij-vorm of de u-vorm van de présent
  • let op de uitzondering bij 'aller'
  • lest op de afwijkende vormen bij 'avoir' en 'être'

Slide 17 - Tekstslide

Pierre, ____ la télé! (regarder)
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardez

Slide 18 - Quizvraag

Les éleves, _____ vos devoirs! (faire)
A
fais
B
faites
C
faisons
D
fait

Slide 19 - Quizvraag

Madame, ______ prudent! (être)
(wees voorzichtig)
A
sois
B
soit
C
soyons
D
soyez

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Link

Pour le cours prochain
Faire:

- luiva oefenen ! (lingua.com)

Apprendre:
Voca A + B, grammaire C

Slide 22 - Tekstslide