Werkwoorden Latijn: deponentia

Werkwoorden Latijn: deponentia
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoorden Latijn: deponentia

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
Je kunt deponentia benoemen en vertalen
Je kunt semi-deponentia benoemen en vertalen
Je kent de vormen en vertaling van fieri, fio

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
passief

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de uitgangen naar de juiste vormen toe
1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
inf
ris
mur
i
or
ntur
tur
mini

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

voorbeelden
hortari = aansporen
hortor = ik spoor aan (praesens)
hortabar = ik spoorde aan (imperfectum)
hortatus sum = ik heb aangespoord (perfectum)
hortatus eram = ik had aangespoord (plusquamperfectum)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

video <-> videor
Let op!

video = ik zie
visus sum = ik werd gezien

videor = ik schijn, ik lijk
visus sum = ik scheen, ik leek

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Vervoeging fieri praesens

fio 
fis
fit
fimus
fitis
fiunt

ik gebeur, word, word gemaakt
Vervoeging fieri perfectum

factus sum
factus es
factus est
facti sumus
facti estis
facti sunt

ik gebeurde, werd, werd gemaakt

Slide 16 - Tekstslide

Is dit een (semi-)deponens?

hortor, hortari
A
ja
B
nee
C
dat kun je zo niet zien
D
dit is geen werkwoord

Slide 17 - Quizvraag

Is dit een (semi-)deponens?

despero, desperare
A
ja
B
nee
C
dat kun je zo niet zien
D
dit is geen werkwoord

Slide 18 - Quizvraag

Is dit een (semi-)deponens?

loquor, loqui
A
ja
B
nee
C
dat kun je zo niet zien
D
dit is geen werkwoord

Slide 19 - Quizvraag

Is dit een (semi-)deponens?

munitor, munitoris
A
ja
B
nee
C
dat kun je zo niet zien
D
dit is geen werkwoord

Slide 20 - Quizvraag

Is dit een (semi-)deponens?

gaudeo, gaudere
A
ja
B
nee
C
dat kun je zo niet zien
D
dit is geen werkwoord

Slide 21 - Quizvraag

Is dit een (semi-)deponens?

vereor, vereri
A
ja
B
nee
C
dat kun je zo niet zien
D
dit is geen werkwoord

Slide 22 - Quizvraag

Is dit een (semi-)deponens?

labor, labores
A
ja
B
nee
C
dat kun je zo niet zien
D
dit is geen werkwoord

Slide 23 - Quizvraag

Participia en deponentia

Slide 24 - Tekstslide

ppp
Het perfectum van (semi-)deponentia bevat een ppp
Dit ppp kan ook 'los' gebruikt worden zoals bij andere ww
MAAR:
ook het ppp vertaal je actief!
sterker nog: je kunt het zelfs als ppa vertalen

Slide 25 - Tekstslide

ppp van (semi-)deponentia
milites hortatus dux exercitum instruxit

Nadat hij de soldaten had aangespoord, stelde de aanvoerder het leger op
OF
Terwijl hij de soldaten aanspoorde, stelde de aanvoerder het leger op

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld ppp in ablabs
duce milites hortato hostes abierunt

Nadat de leider de soldaten had aangespoord, gingen de vijanden weg
OF
Terwijl de leider de soldaten aanspoorde, gingen de vijanden weg

Slide 27 - Tekstslide

imperativus bij (semi-)deponentia
imp ev: -re
imp mv: -mini

hortare: jij moet aansporen/spoor aan!
hortamini: jullie moeten aansporen/spoor aan!

NB: de imp. ev. lijkt op de (niet bestaande) inf. actief!

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een goede vertaling van
locutus?
A
gesproken hebbend
B
gesproken zijnd
C
sprekend
D
gesproken geworden

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een goede vertaling van
vocatus?
A
geroepen hebbend
B
geroepen zijnde
C
roepend
D
terwijl hij geroepen was

Slide 30 - Quizvraag

Andere participia bij (semi-)deponentia
Soms komen ook andere participia voor: 

ppa: hortans: terwijl hij aanspoort
pfa: hortaturus: zullende aansporen, van plan om aan te sporen

Slide 31 - Tekstslide

Sleep de uitgangen naar de juiste vormen toe
perf
inf
imp ev
ppp
imp mv
pfa
ppa
i
us
ns
us sum
urus
e
mini

Slide 32 - Sleepvraag

Welke stelling klopt?
A
bij een deponens kan geen lijdend voorwerp
B
bij een deponens hoort geen ppp
C
iedere vorm van een deponens moet actief vertaald worden
D
iedere vorm van een deponens ziet er passief uit

Slide 33 - Quizvraag

Welke vragen over (semi-)deponentia heb je nog?

Slide 34 - Open vraag