Word Order - Place and Time

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Grammar

Word order

Place and Time

Lesson Goal

At the end of this lesson you know where to put 'place' and 'time' in a sentence.

Grammar 

Een tijdsbepaling kan voor- of achteraan een zin. 

        - Last night he was ill. 

        - He was ill last night.

Grammar 

Een plaatsbepaling moet achteraan de zin, maar wel voor de tijdsbepaling. 

      - He went on holiday to Spain.

Grammar 

Als je beiden in een zin hebt, moet de tijdsbepaling nog steeds helemaal voor- of achteraan. 

 PVT: plaats voor tijd (van klein naar groot) .

- He waited for me on the corner of the street last night. (PVT: plaats voor tijd) 

- Last night the cat slept on my bed.

Grammar 

Wie

Doet

Wat

Waar

Wanneer

I

walk

my dog

in the park

at night 

Put in the correct order:
England - Londen - is - capital - the - of

Put in the correct order:
village - small - live - a - I - in

was - he – in – crying – corner – yesterday - a

America – moved – ago – to –he – years – seven

Lesson Goal

At the end of this lesson you know where to put 'place' and 'time' in a sentence.

waar hoort
de plaats-
bepaling?

waar hoort
de tijds-
bepaling?