Wat als je beide bepalingen in 1 zin hebt?
Als je beiden in een zin hebt,
moet de tijdsbepaling nog steeds helemaal voor- of achteraan. PVT: plaats voor tijd (P komt voor de T in het alfabet) .
- The cat slept on my bed last night. (PVT: plaats voor tijd)
- Last night the cat slept on my bed.