Herhaling criminaliteit - alleen de vragen

Criminaliteit 
Wat is criminaliteit? 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Criminaliteit 
Wat is criminaliteit? 

Slide 1 - Tekstslide

Overtreding 
Misdrijf 

Slide 2 - Sleepvraag

Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Bij criminaliteit spreken we over alle misdrijven zoals deze staan beschreven in de wet. Een misdrijf houdt namelijk in dat het gaat om ernstige strafbare feiten. Op het moment dat je opgepakt wordt hiervoor dan zijn er ernstige gevolgen. Het gaat om een verhoor door de politie, zwaardere straffen en een strafblad.      Het is ook tijdsgebonden, omdat spugen vroeger nog strafbaar was en nu alleen asociaal. Het is ook plaatsgebonden, omdat hier wapenbezit strafbaar is en in de VS niet. 

ernstige gevolgen 
criminaliteit
strafblad
misdrijf
tijdsgebonden
plaatsgebonden
proces-verbaal
overtredingen

Slide 3 - Sleepvraag



Criminaliteit





Oorzaken van criminaliteit

Slide 4 - Tekstslide

Welke oorzaak van criminaliteit hoort bij de volgende beschrijving: ''Als je een biologische stoornis hebt kan je extreem agressief reageren''?
A
Maatschappelijke omstandigheden
B
Biologische factoren
C
Groepsdruk
D
Slechte opvoeding

Slide 5 - Quizvraag

Welke oorzaak van criminaliteit hoort bij de volgende beschrijving: '' Ouders hebben een voorbeeldfunctie, maar zij kunnen er ook voor zorgen dat je een slecht voorbeeld hebt''?
A
Maatschappelijke omstandigheden
B
Biologische factoren
C
Groepsdruk
D
Slechte opvoeding

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak voor crimineel gedrag?
A
Alcohol en drugs
B
Schooluitval en spijbelen
C
Groepsdruk
D
Liefdesverdriet

Slide 7 - Quizvraag

Criminaliteit


Theorieën over criminaliteit 

Slide 8 - Tekstslide

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Als iemand een relatie heeft dan neemt hij niet het risico om crimineel gedrag te vertonen.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Bindingstheorie

Slide 9 - Quizvraag

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Gelegenheid maakt de dief.''?
A
Bindingstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 10 - Quizvraag

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Ik ben crimineel en dat zal nooit meer veranderen.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 11 - Quizvraag

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Door een verkeerd voorbeeld is iemand crimineel geworden.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 12 - Quizvraag

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Door een verkeerd voorbeeld is iemand crimineel geworden'?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 13 - Quizvraag



Criminaliteit





Politie, Officier van Justitie en Rechters

Slide 14 - Tekstslide

Als de Officier van Justitie afziet van verdere vervolging noemen we dat...
A
een proces-verbaal
B
seponeren
C
schikken
D
vervolgen

Slide 15 - Quizvraag

Als de Officier van Justitie rechtstreeks een straf voorstelt aan de verdachte noemen we dat....
A
een proces-verbaal
B
seponeren
C
schikken
D
vervolgen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een "strafblad"?
A
Een document waarin alle straffen beschreven staan
B
Een document waarin alle misdrijven staan
C
Een document met de uitleg over welke straf je kan krijgen
D
Een document waarin staat waarvoor iemand is veroordeelt en welke straf hij kreeg

Slide 17 - Quizvraag

Wie bepaalt of iemand voor de rechter moet verschijnen?
A
Officier van Justitie
B
Advocaat
C
Politie
D
Rechter

Slide 18 - Quizvraag

Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Een rechtszaak begint met een                            van de gegevens. Als alles klopt, leest de officier van justitie de                              voor. Hierin staat waar de verdachte van beschuldigd wordt. Daarna worden vragen gesteld. Eerst aan de verdachte en daarna aan de                           . Na de ondervragen eist de officier een                     . De advocaat, die de verdachte                           , probeert de rechter ervan te overtuigen een lagere straf de geven. De rechter bepaalt uiteindelijk de straf, dit is het                           .

aanklacht
controle
getuige
straf
verdedigt
vonnis
helpt
uitspraak

Slide 19 - Sleepvraag

Opdracht
Vul de begrippenlijst van het hoofdstuk criminaliteit in! 
Maak de samenvatting!

Deze ga je vervolgens leren! 
Na de  week heb je de toets!
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide