Les 15 (25-11)

Les 15
Frans 
le 25 novembre
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 15
Frans 
le 25 novembre

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Huiswerkcontrole + Nakijken
  • Paragraphe C: Phrases Clés
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Presentie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les...

...kun je praten over je vrije tijd.

...weet je hoe je de letters è en é moet uitspreken.




Slide 4 - Tekstslide

Parler de son temps libre
Jullie gaan zo praten over jullie vrije tijd en daarvoor hebben jullie de woorden van voca A en B nodig. 

Deze gaan we daarom even herhalen via Blooket. Pak je telefoon en speel mee. 

- ex. 9a, b
- ex. 10a, b, c, d

Slide 5 - Tekstslide

Les jours de la semaine
Weten jullie nog hoe de Franse dagen van de week er uitzien?

Noteer ze in de woordenwolk

Slide 6 - Tekstslide

Les jours de la semaine

Slide 7 - Woordweb

Sleep de Nederlandse dagen naar de passende Franse dagen.
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
mardi
lundi
mercredi
jeudi
vendredi
samedi
dimanche

Slide 8 - Sleepvraag

Faire du sport
Faire du foot
Faire du tennis
Faire du hockey
Faire de la natation
Faire de l'équitation
Faire de l'escalade

Slide 9 - Tekstslide

Wij fietsen.
Nous faisons du vélo.

Slide 10 - Tekstslide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'faire' met het onderwerp. Faire = maken/doen
Onregelmatig werkwoord - faire
fais
fais
fait
faisons
faites
font

Slide 11 - Sleepvraag

Les sports | Faire + du / de la / de l' / des

1.


2.
3.
4.
5.
timer
0:30
Faire du cheval
Faire de la natation
Faire du ski
Faire du jogging
Faire du vélo

Slide 12 - Sleepvraag

Les sports | Jouer + au / à la / à l' / aux*
*Utilisé avec les sports qui se pratiquent avec un ballon ou un objet spécifique, comme le football, le basketball, le tennis, etc.
1.


2.
3.
4.
5.
6.
Jouer au tennis
Jouer au ping-pong
Jouer au hockey
Jouer au foot(ball)
Jouer au basket(ball)
Jouer aux jeux vidéos

Slide 13 - Sleepvraag

Phrases Clés C
Lees mee op p.66. 

Neem weer even 3 minuten om de 'vocabulaire thématique' in te vullen met eigen informatie. Denk aan:
- hobby's van jezelf
- tijdsaanduidingen (morgenmiddag, gisteren, eind middag, etc.)


Slide 14 - Tekstslide

Phrases Clés C
Voorbereiding.
Jullie gaan nu aan elkaar presenteren wat jullie zoal doen qua activiteiten in je vrije tijd.
- Vertel welke (sport)activiteiten jij elke week uitvoert op vaste dagen. 
- Vertel wat je graag in het weekend doet.
- Vertel hoe je komende weekend er uitziet. 


timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Phrases Clés C
Jullie gaan nu eens oefenen met de zinnen van de phrases clés. 

Maak opdracht 13 en gebruik hiervoor de agenda. 
- Kies per persoon 2 activiteiten uit.
- Stel vragen vanuit het blauwe blokje. Gebruik ALLE
  zinnen. 
- Wissel daarna van rol. 
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
Na de les...
Hoe zeg je wat je morgen gaat doen:

Vertel in 1 zin waar de tekst over ging. 




Slide 17 - Tekstslide

Devoirs
Apprendre:
Phrases Clés C

Slide 18 - Tekstslide