Zeg het maar

Maandag blok 3.1
Wat ik van je verwacht? 
 - Inzet
- Respect
- Eerlijkheid
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TopsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maandag blok 3.1
Wat ik van je verwacht? 
 - Inzet
- Respect
- Eerlijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Zeg het maar
Iedereen wil graag gehoord worden. Jij waarschijnlijk ook. Het is daarom belangrijk dat je nadenkt over hoe je iets tegen iemand zegt. Als je duidelijk en vriendelijk bent, is de kans groter dat iemand ook echt naar je luistert. Jij kunt zelf bepalen welke toon je hanteert als je met mensen communiceert en je kunt op die manier bijdragen aan betere gesprekken met elkaar. Gesprekken waarin iedereen tot zijn recht komt en iedereen gehoord wordt.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Wij leren wat assertiviteit is;

Slide 3 - Tekstslide

Heb je ooit goed moeten nadenken over hoe je iets tegen iemand zegt? Wanneer was dit en waarom was dit belangrijk?

Slide 4 - Woordweb

Wat denk jij dat assertief zijn betekent?

Slide 5 - Woordweb

Assertiviteit
Assertief zijn is duidelijk vertellen wat je wilt vertellen. Je bent vriendelijk en zegt waar het op staat. Zonder al te veel woorden kun je daardoor rekening houden met jezelf, en ook met de ander. Zo blijft het gesprek prettig verlopen. 

Slide 6 - Tekstslide

Tijd voor assertiviteit
Jullie krijgen een test met zes situaties waarover je eerlijk moet antwoorden. Iedere situatie gaat over hoe jij zou reageren. 

Slide 7 - Tekstslide

Je bent huiswerk aan het maken. Plotseling zet je broer harde muziek op. Je wordt daardoor erg afgeleid en kunt je niet meer op de opdracht concentreren. Wat doe je?
Je hoopt dat het vanzelf overgaat en doet niets, dan maar even het huiswerk uitstellen.
Je wordt boos en roept: ''Zet die herrie eens af!''.
Je loopt naar je broer toe en vertelt hem dat je bezig bent met huiswerk. Je vraagt hem of hij de muziek zachter wilt zetten.

Slide 8 - Poll

Je staat in de rij bij de kassa van een supermarkt. Iemand dringt voor. Dat vind jij niet leuk. Hoe reageer jij?
Je laat dit niet zomaar gebeuren en zegt hardop: ''Hé, doe even normaal zeg! Je kruipt voor''.
Zo erg vind je het niet. Misschien heeft de ander wel haast.
Je baalt ervan maar durft niks te zeggen. Zuchtend laat je het toe.

Slide 9 - Poll

Tijdens een groepsopdracht in de klas is één jongen steeds aan het woord en bepaalt de gang van zaken. Je begint dat behoorlijk vervelend te vinden. Wat doe je?
Je laat het gebeuren. Je vindt de opdracht daardoor helemaal niet leuk om te doen.
Je stoort je aan het gedrag van de jongen en vindt het daarom nodig om er rustig iets van te zeggen.
Je ergert je en dwarsboomt ieder idee dat hij heeft, zodat hij erachter komt dat jij het er niet mee eens bent.

Slide 10 - Poll

Tijdens de nabespreking van de verloren handbalwedstrijd van afgelopen zaterdag wordt de wedstrijd geanalyseerd. Jij hebt een mening over hoe het allemaal beter kan. Wat doe je?
Je houdt je mening voor je. Wie interesseert het nou wat jij denkt?
Je wacht niet af totdat jou iets wordt gevraagd. Je geeft je mening en geeft aan dat het aan je teamleden en scheidsrechter ligt.
Je doet mee aan de nabespreking en geeft aan wat jullie gezamenlijk beter hadden kunnen doen.

Slide 11 - Poll

Je hebt hulp nodig bij een opdracht op school. Je komt er alleen niet uit. Wat doe je?
Je reageert hardop: ''Wat een stomme opdracht is dit zeg!''. Liever dit, dan toegeven dat je iets niet snapt.
Je wacht af totdat de tijd om is. Dan hoef je ook niemand tot last te zijn...
Je vraagt om hulp, zodat je verder kunt met de opdracht.

Slide 12 - Poll

Een klasgenoot zegt iets erg onaardigs over jou op sociale media. Wat is jouw reactie?
Je stuurt een DM of vraagt aan hem offline waarom hij dat heeft gedaan. Hierbij geef je aan dat je het vervelend vond.
Je scheldt hard terug via sociale media. Dat zal hem leren!
Je reageert helemaal niet. Je baalt heel erg, maar je weet er geen raad mee.

Slide 13 - Poll

Wat betekent 'assertief zijn' nou?

Slide 14 - Open vraag