Kennistest Sept2024 met lotus
1 / 29
Lesduur is: 100 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sleep naar de goede afbeelding
1
2
3
TIA
Hersenbloeding
Herseninfarct
Slide 2 - Sleepvraag
Bij een herseninfarct zijn alle klachten weg binnen 48uur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Wat hoort niet bij een CVA test?
A
Hangende mondhoek
B
Arm moeilijk bewegen
C
Voet moeilijk bewegen
D
Moeilijke spraak
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Een kenmerk van een CVA is slecht zien.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wat moet je NIET doen bij vermoeden van een CVA?
A
112 bellen
B
veel vragen stellen
C
Spraak arm mond test
D
begintijd klachten doorgeven
Slide 7 - Quizvraag
Een CVA is het zelfde als een TIA?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Bij mannen en vrouwen zijn de verschijnselen van een hartinfarct gelijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Wat is geen verschijnsel van een hartinfarct?
A
druk op de borst
B
hoofdpijn
C
misselijkheid
D
uitstraling naar arm
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Bij een herseninfarct is een ader kapot in de hersenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Bij een hersenbloeding is er een ader verstopt in de hersenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de aanleiding van een shock?
A
ernstig bloedverlies
B
bacteriële infectie
C
allergische reactie
D
antwoord A, B en C
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer spreken we van een anafylactische shock?
A
ernstig bloedverlies
B
bacteriële infectie
C
allergische reactie
D
antwoord A, B en C
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Wat doen we NIET bij een shock?
A
112 bellen
B
bij slachtoffer blijven
C
geruststellen
D
glaasje water geven
Slide 18 - Quizvraag
Hoe heet de stof die zorgt voor hart- en vaatziekten?
A
Zetmeel
B
Cholesterol
C
Suiker
D
proteïne
Slide 19 - Quizvraag
Hoe noemen we een verstopping in de bloedvaten van de hersenen?
A
hartinfarct
B
beroerte
Slide 20 - Quizvraag
Bij Astma is/zijn de ..... vernauwd
A
Luchtpijp
B
Bronchiën
C
Longblaasjes
D
Nieren
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Hoe wordt diabetes mellitus in dagelijkse leven genoemd?
A
DiaMel
B
Diabetes mellitus type 1 en 2
C
Suikerziekte
D
Suikeraandoening
Slide 24 - Quizvraag
Bij een hypoglycaemie is de bloedglucose
A
Verhoogd
B
Verlaagd
Slide 25 - Quizvraag
Waar horen deze klachten bij?
dorst, veel plassen, moe, droge tong
dorst, veel plassen, moe, droge tong
A
hyperglykaemie
B
hypoglykaemie
Slide 26 - Quizvraag
Bij een hyper moet je wat eten/drinken met suiker.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
0
