AFP periode 2 lj 1 herseninfarct

Herseninfarct/beroerte
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Herseninfarct/beroerte

Slide 1 - Tekstslide

Cva (ook wel beroerte)
Cva staat voor Cerebrovasculair Accident

Bloed stroomt 24/7 door onze aders. Tijdens een beroerte wordt deze bloedcirculatie onderbroken door een opstopping (file) in een bloedvat of het springen/kapotgaan van een bloedvat. 


Er zijn 2 vormen van een CVA: Herseninfarct en een hersenbloeding

80% van de CVA patiënten hebben herseninfarct
20% van de CVA patiënten is een hersenbloeding.


Slide 2 - Tekstslide

Het verschil tussen hersenbloeding, herseninfarct en een TIA? 
- ontstaan? 
- hoe maak je onderscheid? 

Slide 3 - Tekstslide

Hersenaandoeningen (CVA)
- Herseninfarct
- TIA
- Hersenbloeding 

Slide 4 - Tekstslide

Verschil herseninfarct en
hersenbloeding
 Herseninfarct 
“File’’ de bloedvaten (bijvoorbeeld door slagaderverkalking). Het gevolg van de
file/opstopping is dat het bloed gaat ‘stollen’ (dik wordt) er ontstaat een
propje die de doorbloeding blokkeert.

 Hersenbloeding 
Bij een hersenbloeding scheurt een bloedvat in de hersenen of knapt het open.
Daardoor hoopt zich bloed op in de hersenen en raken hersencellen beschadigd.


Slide 5 - Tekstslide

Hoe ontstaat een beroerte nooit?
A
Door een hersenbloeding
B
Door een herseninfarct
C
Door een ongezonde leefstijl
D
Door het eten van appels

Slide 6 - Quizvraag

Herseninfarct
Bloedvat (slagader) raakt verstopt
Stolsel = trombus (slagaderverkalking)
Trombose in hersenen zelf
Embolie ontstaat in bijv. hals of hart

Slide 7 - Tekstslide

Beroerte
  • Iemand heeft een beroerte of cardiovasculair accident (CVA) als de bloedtoevoer naar de hersenen plotseling wordt verstoord. 
  • Oorzaak herseninfarct of hersenbloeding.
  • Bij een beroerte krijgt een deel van de hersencellen te weinig zuurstof en voedingsstoffen.

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken NAH
 Traumatisch hersenletsel is letsel door een oorzaak van buiten af, zoals een ongeval of een klap op het hoofd. 

Niet-traumatisch hersenletsel ontstaat van binnenuit, bijvoorbeeld door een herseninfarct of zuurstoftekort.

Slide 9 - Tekstslide

Een herseninfarct ontstaat door een:
A
Bloedprop
B
Bloeding in bloedvat

Slide 10 - Quizvraag

Kortdurende uitvalsverschijnselen ( binnen 24 uur verdwenen) bij een herseninfarct noem je:
A
een CVA
B
een TIA

Slide 11 - Quizvraag

Welk begrip is juist:
Een drukkend zwaar gevoel op de borst
A
Angina pectoris
B
Hartfalen
C
Hartinfarct
D
Herseninfarct

Slide 12 - Quizvraag

Trombose is...
Ons systeem van bloedstolling is bedoeld om bloedverlies bij verwondingen te voorkomen. Als het systeem in werking treedt zonder dat sprake is van een bloeding, dan ontstaat in het bloedvat een bloedstolsel. Dit bloedstolsel noemen we trombose. Trombose heeft tot gevolg dat het bloedvat (een ader of een slagader) ter plaatse, of verderop in de bloedsomloop, geheel of ten dele wordt afgesloten. Trombose ontstaat dus doordat op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats bloedstolling plaatsvindt. 

 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is trombose?
 
ER RAAKT EEN ADER VERSTOPT DOOR EEN BLOEDSTOLSEL ( VENEUZE TROMBOSE) KOMT MEESTE VOOR IN DE BENEN → TROMBOSEBEEN ​
KAN OOK IN DE ARMEN, BEKKEN OF HERSENEN VOORKOMEN​


LONGEMBOLIE: ​
ALS HET STOLSEL LOSSCHIET, KAN HET IN DE LONGEN TERECHT KOMEN → LONGEMBOLIE​


BEKEND VOORBEELD VAN TROMBOSE IN EEN SLAGADER: HARTINFARCT DOOR TROMBOSE IN DE KRANSSLAGADERS​






Slide 14 - Tekstslide

wat is trombose?
A
Bloedarmoede
B
te dun bloed hebben
C
bloedpropjes in de aders
D
te wijde bloedaders

Slide 15 - Quizvraag

risicofactoren voor Trombose..
A
langdurig stilzitten,liggen
B
roken
C
overgewicht
D
zwangerschap

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van trombose?
A
Herseninfart
B
Longembolie
C
Versnelde hartslag
D
allen zijn gevolgen van trombose

Slide 17 - Quizvraag

Welk antwoord is goed?
Bij een cva
A
kan er een bloedvaatje geknapt zijn
B
heeft de cliënt een trombosebeen
C
kan er een tekort aan dopamine zijn
D
heeft de cliënt problemen met de longen

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Wat is een varices?
Spataderen zijn verwijde aderen. In de aderen van de benen zitten een soort klepjes. Als aderen wijder worden, sluiten de klepjes niet goed meer. Dat geeft weer meer ophoping van bloed; de aderen zetten nog verder uit.

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer heb je de grootste kans op spataderen?

Slide 21 - Open vraag

Diep veneuze trombose
Diep veneuze trombose betekent dat er een bloedstolsel (bloedprop) in een diep gelegen ader gevormd is. Omdat het bloed door de prop niet meer goed kan wegstromen, wordt het betreffende lichaamsdeel door stuwing dik en pijnlijk. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat is tromboflebitis?
A
Aderverkalking
B
Aderontsteking
C
Aderverzakking
D
Zwevende aders

Slide 23 - Quizvraag

Tromboflebitis
Een aderontsteking is een ontsteking in en rond een oppervlakkig gelegen bloedvat, meestal in het onderbeen. Zo'n aderontsteking ontstaat door een stolsel in een oppervlakkige, afvoerende ader in het been

Slide 24 - Tekstslide

Is een aderontsteking gevaarlijk?
A
Nee totaal niet
B
Ja, het kan een trombose worden

Slide 25 - Quizvraag

Gevaarlijk?
Is vooral riskant als de ontsteking zich bevindt dicht bij een tak die naar het diepe veneuze systeem leidt. Als een dergelijke ontsteking niet wordt behandeld, kan er een diepe veneuze trombose ontstaan met het risico op een gevaarlijke longembolie.

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 
Lesbrief periode 2 week 6

Slide 27 - Tekstslide