Via Vervolg A thema 1 spelling en grammatica les 1 lidwoorden en zelfstandig naamwoord met werkblad

Hallo allemaal
Dit mag je pakken:
- Een pen of potlood
-Je laptop
-Inloggen in lessonup.app

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
Dit mag je pakken:
- Een pen of potlood
-Je laptop
-Inloggen in lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?


Een zelfstandig naamwoord geeft een mens, dier of ding aan.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De jongen is moe.

de : lidwoord
jongen: zelfstandig naamwoord

Het dieet is streng.

het : lidwoord
dieet : zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
namen van mensen
B
geen idee
C
mensen, dieren en dingen
D
dingen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord
A
op
B
winkel
C
daar
D
in

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
in
B
muziek
C
vergeten
D
goede

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het een zelfstandig naamwoord?
'suikerklontje'
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk woorden zijn een zelfstandig naamwoord
A
hond, kast.
B
de, hond

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: 
de, het, een.






Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is een lidwoord
A
de
B
het
C
een
D
alledrie de antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste lidwoord?
... boek
A
De
B
Het

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een lidwoord?
A
leuke
B
dansen
C
feest
D
een

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Alle meervouden krijgen
de
als lidwoord.
Bijvoorbeeld: de huizen

Alle verkleinwoorden krijgen het als lidwoord.
Bijvoorbeeld: het huisje


Slide 15 - Tekstslide

 Zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud dus altijd de  en nooit het of een.  Ook al staat er in het enkelvoud het  voor het zelfstandig naamwoord.

Bron foto: Jennifer C., Flickr

Bepaald en onbepaald lidwoord
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord!
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen
- Als je een uitspreekt als 1, is het geen lidwoord.

- Als het niet voor een zelfstandig naamwoord staat, is het geen lidwoord.
Het regent.
Het is gezellig
Het is al laat. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Pak je werkblad
Zelfstandig naamwoorden
  • Maak het hele werkblad

Ben je klaar?
Ga je verder in Numo Nederlands -taken 
zelfstandig naamwoorden
timer
25:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies