Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal thema 5
Taal thema 5
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Taal thema 5
Slide 1 - Tekstslide
Iemand zomaar schoppen, is barbaars.
Wat is een ander woord voor barbaars?
A
Formeel
B
Vreemd
C
Wreed
D
Formeel
Slide 2 - Quizvraag
Wat is duurzame energie?
A
Energie uit bronnen die kunnen opraken.
B
Energie uit bronnen die niet kunnen opraken, zoals wind en water.
Slide 3 - Quizvraag
Noem een voorbeeld van duurzame energie.
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent de natuurramp?
A
Een grote ramp die door de natuur (en dus niet door mensen) ontstaat.
B
Kracht die omgezet kan worden in licht, warmte en beweging.
Slide 5 - Quizvraag
Noem een voorbeeld van een natuurramp.
Slide 6 - Open vraag
Wat is legaal?
A
Iets wat mag volgens de wet, bijvoorbeeld oversteken op een zebrapad.
B
Iets wat niet mag volgens de wet, bijvoorbeeld 's avonds fietsen zonder licht.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een klimaatconferentie?
A
Een vergadering waarbij mensen praten over het klimaat.
B
Een bijeenkomst waarbij mensen een voorstelling gaan kijken over het klimaat.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een hoofdzaak?
A
Dat wat het belangrijkst is.
B
Dat wat minder belangrijk is.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Kika en Luca mogen samen een spreekbeurt houden.
A
Kika en Luca
B
Mogen houden
C
Samen
D
Een spreekbeurt
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
De mensen moeten de waarheid beseffen.
A
Moeten beseffen
B
De waarheid
C
De mensen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het gezegde in de volgende zin:
De was wordt buiten gedroogd.
A
De was
B
Wordt buiten
C
De was gedroogd
D
Wordt gedroogd
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het gezegde in de volgende zin:
Ze laten zonnepanelen op het dak zetten.
A
Ze
B
laten zonnepanelen
C
Laten zetten
D
op het dak
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
De prijs ligt wel wat hoger.
A
De prijs
B
Ligt
C
Wel wat
D
Hoger
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Toby en Anna gaan zonnepanelen op een dak leggen.
A
Toby en Anna
B
Gaan
C
Zonnepanelen
D
Leggen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het samengestelde werkwoord uit de volgende zin:
Waarom drogen er rivieren op?
Slide 16 - Open vraag
Wat is het samengestelde werkwoord uit de volgende zin:
Waarom komen er geen beren bij ons voor?
Slide 17 - Open vraag
Kijk naar de persoonsvorm. Geldt hier de regel: 'Als na de persoonsvorm je of jij staat, schrijf je alleen de stam'?
Spoelt je toilet door met drinkwater of gebruikt het regenwater?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Kijk naar de persoonsvorm. Geldt hier de regel: 'Als na de persoonsvorm je of jij staat, schrijf je alleen de stam'?
Wanneer neemt je vader weleens de fiets?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Taal Actief thema 5 woorden
April 2022
- Les met
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Les 4 (13 september 2024)
September 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Werkwoorden vervoegen
Maart 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L3 zinsleer (herhaling)
Maart 2023
- Les met
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling persoonsvorm in de tt
Juni 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
2OK Zelftoets T5T6
Februari 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
samengestelde zin
November 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Les 4 (13 september 2024) Uitgebreid
September 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12