De monniken schreven in een scriptorium (schrijfatelier) op kostbaar perkament, een dun papierachtig materiaal, gemaakt van huid van kalveren, koeien, geiten, schapen, konijnen of ezels.
Het kopiëren en illustreren van boeken vereiste
dus veel tijd, precisie en geduld.
Het was echt monnikenwerk!