In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H7
Procentuele groei
H7
Procentuele groei
Slide 1 - Tekstslide
7.1 Van procent naar factor
Lesdoel:
Je kunt van procent naar factor omrekenen
Je kunt rekenen met procenten en factoren
Slide 2 - Tekstslide
Op een school zitten 570 leerlingen. 80% is lid van een sportvereniging, hoeveel leerlingen zijn dat?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de breuk die hoort bij 70%?
A
70/100
B
70/10
C
30/100
D
7/10
Slide 4 - Quizvraag
70/100 is hetzelfde als ….
A
0,7
B
0,07
C
7
D
0,70
Slide 5 - Quizvraag
80% van de 570 leerlingen
10080=0,80
0,80⋅570=
80% betekent 80 van de 100,
dus 80/100 deel
Berekening ipv verhoudingstabel
Slide 6 - Tekstslide
7.1 van procent naar factor
2% ----> 2/100 ---> factor=0,02
12%----> 12/100 ---> factor=0,12
exclusief BTW ----> inclusief BTW
100% ----> 121%
factor=1,21
(incl ---> excl , delen door 1,21)
Slide 7 - Tekstslide
erbij en eraf!
2% rente ---> 102% ---> factor = 1,02
8% afname ---> 92% ---> factor = 0,92
factor = 1,13 -----> 113% ----> dus 13% toename
factor = 0,69 ---> 69% ---> dus 31% afname
Let op de woorden : afname, toename,
rente,
korting etc)
en dus niet 0,02
Slide 8 - Tekstslide
Groeifactor bepalen
Slide 9 - Tekstslide
Check
Doel: ik kan procenten omzetten naar factoren
en er mee rekenen.
Zorg dat je je rekenmachine klaar hebt liggen.
Ook boek en schrift natuurlijk.
Slide 10 - Tekstslide
Check!
Pak je rekenmachine en doe mee!
Slide 11 - Tekstslide
Jan krijgt 12% korting op zijn broek. Met welke factor rekent hij de nieuwe prijs uit?
A
0,12
B
0,88
C
1,12
D
1,2
Slide 12 - Quizvraag
Hoe duur wordt een artikel van €28.90 wanneer de prijs het 22% hoger wordt?
A
€33,50
B
€35,38
C
€35,26
D
€22,54
Slide 13 - Quizvraag
Bereken: 5% van 15% van €380,-
A
€2,85
B
€306,85
C
€5,07
D
€28,50
Slide 14 - Quizvraag
airpods kosten 119 euro exclusief btw wat is de prijs inclusief 21 % btw?
Slide 15 - Open vraag
de prijs van de telefoon is 115,- incl btw bereken de prijs exclusief btw
Slide 16 - Open vraag
Slot
Rekenen met een factor is dus een handige en snelle manier om te rekenen met procenten.
Je krijgt 15% korting. Hoeveel procent moet je dan nog betalen?
Wat is dan de factor om de nieuwe prijs te berekenen?
Slide 17 - Tekstslide
kort oefenen met de factor
40% van 215 = ..... x 215 =
13% van 342 = .....................
Wat is de factor bij:
toename met 26%
afname met 5%
toename met 12,5%
Slide 18 - Tekstslide
Onthoud!
hoe bereken je de factor?
factor =
Slide 19 - Tekstslide
7.2 Exponentiële groei
Doel:
Je kunt exponentiële groei herkennen in een
verhaaltje, tabel en grafiek.
Je kunt bij een exponentiële groeide groeifactor berekenen.
Slide 20 - Tekstslide
7.2 Exponentiële groei
Stel je hebt een schaakbord en op het eerste vakje leg je een euro en op het tweede vakje 2 euro. Iedere keer wordt het verdubbeld, dus op het derde vakje ligt 4 euro, etc
Hoeveel geld heb je ongeveer op vakje 64?
Slide 21 - Tekstslide
Op vakje 64 ligt ongeveer
A
90.000 euro
B
9.000.000 euro
(9 miljoen)
C
9.000.000.000 euro
(9 miljard)
D
9.000.000.000.000.000
euro (9 triljoen)
Slide 22 - Quizvraag
Exponentieel?
Zal een trein die je elke keer de helft van de afstand die daarvoor is afgelegd laat rijden ooit het eindpunt halen ?
Slide 23 - Tekstslide
Wanneer groeit iets exponentieel?
Als de factor waarmee je vermenigvuldigt steeds hetzelfde is.
Die factor noemen we ook wel een groeifactor.
Toename? groeifactor>1
Afname? groeifacor<1
Slide 24 - Tekstslide
Groeifactor in een tabel
oudnieuw=groeifactor
Slide 25 - Tekstslide
hfd 1 functies 3 vwo
Slide 26 - Tekstslide
x
0
1
2
3
y
50
25
12,5
...
t
1
2
3
4
b
36
12
4
...
t
0
1
2
3
b
25
34
43
52
t
0
1
2
3
b
250
350
490
686
Tabel:
Exponentiele groei?
Groeifactor?
1,5
Geen
0,33
3
1,36
1,4
0,5
2
Slide 27 - Sleepvraag
Weet je nog?
Lineair verband Lineaire formule Lineaire grafiek
Kwadratische verband Kwadratische formule Parabool
Slide 28 - Tekstslide
7.3 Exponentiele formules
b = begingetal bij t=o
g = groeifactor per tijdseenheid (altijd >0)
stijgend of dalend, dat vertelt de groeifactor,
h=b⋅gt
Slide 29 - Tekstslide
b=
g=
h=b⋅gt
Slide 30 - Tekstslide
nog een keer oefenen
t
0
1
2
3
4
K
200
40
8
Slide 31 - Tekstslide
7.3 uitleg
Slide 32 - Tekstslide
Huiswerk maken
Kies een leerroute en maak 7 opgaven van 7.1 en van 7.2