Blits Les 17

• Informatievaardigheden
• Basisschool
• Groep 6

Bron 1: Geeft deze tekst feiten of meningen?

1. Feiten
2. Meningen

Noem een feit uit bron 1:

Bron 2: Geeft deze tekst feiten of meningen?

1. feiten
2. meningen
3. allebei
4. geen van beide

Bron 2: In welke zin staat de mening van de schrijver over het eten?
Typ het 1e en 2e woord van deze zin.

Schrijf een feit op uit bron 2.

Bron 3: Welke tekst geeft een eigen mening?

1. tekst 1
2. tekst 2
3. allebei
4. geen van beide

Bron 3: In tekst 2 gaat het over een oorzaak en een gevolg. Wat is de oorzaak van het ongeluk?

1. het stuur brak af
2. de bestuurder kon geen bochten meer nemen
3. het wagentje knalde tegen een andere botsauto
4. beide bestuurders kwamen met de schrik vrij

Bron 3: Wat is de gevolg?

1. het stuur brak af
2. de bestuurder kon geen bochten meer nemen
3. het wagentje knalde tegen een andere botsauto
4. beide bestuurders kwamen met de schrik vrij

Bron 3: Hoe denkt de schrijver van tekst 2 over het ongeluk?

1. hij vond het zielig
2. hij vond het grappig
3. hij was geschrokken
4. hij vond het akelig

Bron 3: Paarden krijgen krachtvoer, zoals bix, muesli, wortels en appels.
Welk figuur hoort bij de zin?

1. figuur 1
2. figuur 2

Wat vond je van deze les?