SV - groep 6 - semester 3 - oorzaak/gevolg instructie en verwerking

Oorzaak en gevolg
Doel: ik kan oorzaak en gevolg van gebeurtenissen aangeven.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformatievaardighedenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oorzaak en gevolg
Doel: ik kan oorzaak en gevolg van gebeurtenissen aangeven.

Slide 1 - Tekstslide

Bal door de ruit

Oorzaak: de oorzaak is datgene waardoor het gekomen is.

Gevolg: het gevolg is iets wat vanzelf gebeurt, doordat er eerst iets ander is gebeurd.

Slide 2 - Tekstslide

Oorzaak - Gevolg 
Signaalwoorden: eerst, daardoor, hierdoor, doordat, zodat, waardoor

Doordat het regende, konden de kinderen niet naar buiten.
Joep schopte tegen de bal waardoor de bal de ruit raakte.
Het is 33 graden buiten, hierdoor smelt Gaby's ijsje.

Slide 3 - Tekstslide

De als-dannen in de klas

Slide 4 - Tekstslide

Ik heb een tekenbeet en daardoor word ik ziek.
'een tekenbeet'
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 5 - Quizvraag

Het stuur van de botsauto brak af, hierdoor kon de bestuurder geen bochten meer maken.
'hierdoor kon de bestuurder geen bochten meer maken'
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 6 - Quizvraag

Jamie rent door de gang en botst tegen Tiffy op. Hierdoor laat Tiffy al haar boeken op de grond vallen.
'Tiffy laat al haar boeken op de grond vallen'
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 7 - Quizvraag

Bronnen
Iedereen krijgt van de leerkracht een blad met drie bronnen. Lees de bronnen goed door en maak de vragen.

Slide 8 - Tekstslide

Lees bron 1.
Geeft deze tekst feiten of meningen?
A
Feiten
B
Meningen

Slide 9 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een feit uit bron 1.

Slide 10 - Open vraag

Lees bron 2.
Worden in deze tekst feiten omschreven, of meningen of allebei?
A
Feiten
B
Meningen
C
Feiten en meningen
D
Geen van allen

Slide 11 - Quizvraag

De schrijver van deze tekst geeft zijn opvattingen over het eten. Schrijf de zin op waarin dit wordt gedaan.

Slide 12 - Open vraag

Bron 2.
Kun je een feit vinden in deze tekst?
Schrijf die zin op.

Slide 13 - Open vraag

Lees bron 3.
Welke tekst geeft een eigen mening weer?
A
Tekst 1
B
Tekst 2

Slide 14 - Quizvraag

In tekst 2 is sprake van een oorzaak en een gevolg. Wat was de oorzaak van het ongeluk in de botsauto's?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het gevolg?
(bron 3, tekst 2)

Slide 16 - Open vraag

Hoe denkt de schrijver van tekst 2
over het onderwerp dat hij bespreekt?

Slide 17 - Woordweb

Bron 3.
In tekst 1 wordt melding gemaakt van een bijzonder feit. Welk feit is dat?

Slide 18 - Open vraag

Bal door de ruit

Oorzaak: de oorzaak is datgene waardoor het gekomen is.

Gevolg: het gevolg is iets wat vanzelf gebeurt, doordat er eerst iets ander is gebeurd.

Slide 19 - Tekstslide

Oorzaak en gevolg
Doel: ik kan oorzaak en gevolg van gebeurtenissen aangeven.

Slide 20 - Tekstslide