In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
de grote kosten-en-winst-quiz
Pak je rekenmachine
(en evt. pen en papier).
Tussendoor uitleg indien nodig!!
Slide 1 - Tekstslide
Hoe bereken je winst?
A
opbrengsten - kosten
B
opbrengsten - uitgaven
C
ontvangsten - uitgaven
D
ontvangsten - kosten
Slide 2 - Quizvraag
Opbrengsten, kosten en winst bereken je altijd..
A
inclusief BTW
B
exclusief BTW
Slide 3 - Quizvraag
De prijs inclusief 21% BTW bedraagt € 50. De prijs exclusief BTW bedraagt dan..
A
€ 41,32
B
€ 39,50
Slide 4 - Quizvraag
Rekenen met BTW
Stel de prijs exclusief 50% BTW is € 1.000
Inclusief BTW --> € 1.000 x 1,5 = € 1.500
Stel prijs inclusief 50% BTW is € 1.500
Om de prijs exclusief BTW te berekenen:
A Deel je dan door 1,5?
B Vermenigvuldig je dan met 0,5?
Slide 5 - Tekstslide
Rekenen met BTW
Stel de prijs exclusief 9% BTW is € 1.000
Inclusief BTW --> € 1.000 x 1,09 = € 1.090
Stel prijs inclusief 9% BTW is € 1.090
Om de prijs exclusief BTW te berekenen:
A Deel je dan door 1,09?
B Vermenigvuldig je dan met 0,91?
Slide 6 - Tekstslide
Je eigen vermogen STIJGT wanneer je..
A
privé opnamen doet
B
winst maakt
C
geld ontvangt
D
winst verdeelt (en dividend uitkeert)
Slide 7 - Quizvraag
Ontvangsten en uitgaven bereken je altijd..
A
inclusief BTW
B
exclusief BTW
Slide 8 - Quizvraag
BV Ikke koopt 100 paar sokken in voor € 2,-. De BV verkoopt 50 paar sokken voor € 5,-. Wat is de inkoopwaarde van de omzet?
A
€ 200
B
€ 300
C
€ 500
D
€ 100
Slide 9 - Quizvraag
BV Ikke koopt 100 paar sokken in voor € 2,-. De BV verkoopt 50 paar sokken voor € 5,-. Hoeveel bedraagt de winst?
A
€ 300
B
€ 150
C
€ 50
D
€ 500
Slide 10 - Quizvraag
BV Ikke koopt een machine voor € 10.000. De installatiekosten zijn € 1.000. De econ. levensduur is 9 jaar en de restwaarde is € 2.000. Bereken de afschrijvingskosten p.j. (zonder €-teken of . ).
Slide 11 - Open vraag
BV Ikke koopt een machine voor € 10.000. De installatiekosten zijn € 1.000. De econ. levensduur is 9 jaar en de restwaarde is € 2.000. Bereken de boekwaarde na 1 jaar (zonder € of .).
Slide 12 - Open vraag
BV Ikke sluit op 1 sep. 2021 een 3% lening af van € 10.000. Ze moet de rente voor een jaar vooruitbetalen. Wat zijn de interestuitgaven in 2021? (zonder €-teken of .)
Slide 13 - Open vraag
BV Ikke sluit op 1 sep. 2021 een 3% lening af van € 10.000. Ze moet de interest voor een jaar vooruitbetalen. Hierdoor ontstaat op de balans de volgende post..
A
Vooruitbetaalde interest (credit)
B
Nog te betalen interest (debet)
C
Vooruitbetaalde interest (debet)
D
Nog te betalen interest (credit)
Slide 14 - Quizvraag
BV Ikke sluit op 1 sep. 2021 een 3% lening af van € 10.000. Ze moet de rente voor een jaar vooruitbetalen. Met welk bedrag komt de post 'vooruitbetaalde interest' voor op de balans van 1 januari 2022?
Slide 15 - Open vraag
BV Ikke sluit op 1 sep. 2021 een 3% lening af van € 10.000. Ze moet de rente voor een jaar vooruitbetalen. Met welk bedrag komt de post 'vooruitbetaalde interest' voor op de balans van 1 maart 2022?
Slide 16 - Open vraag
BV Ikke sluit op 1 sep. 2021 een 3% lening af van € 10.000. Ze moet de rente voor een jaar vooruitbetalen. Wat zijn de interestkosten in 2021? (zonder €-teken of .)
Slide 17 - Open vraag
De verkoopprijs bedraagt € 20. De brutowinstopslag bedraagt 25% van de inkoopprijs. Bereken de inkoopprijs (zonder €-teken).
Slide 18 - Open vraag
De verkoopprijs bedraagt € 20. De brutowinstopslag bedraagt 25% van de verkoopprijs. Bereken de inkoopprijs (zonder €-teken)
Slide 19 - Open vraag
De inkoopwaarde van de omzet bedraagt € 2000. De brutowinstopslag bedraagt 20% van de omzet. Bereken de omzet (zonder €-teken)
Slide 20 - Open vraag
De inkoopwaarde van de omzet bedraagt € 2000. De brutowinstopslag is 20% van de inkoopwaarde v.d. omzet. Bereken de omzet (zonder €-teken)
Slide 21 - Open vraag
maak aantekeningen van de dingen die je moet onthouden!
Slide 22 - Tekstslide
vervolg..
Ging het goed?
Afschrijvingen: maken en nakijken opgave E29.1 blz. 82, 83
Inkoopkosten en begrote vs werkelijke winst: E30.2 blz. 97, 98