4.2 Warmtetransport - deel II

Pak a.j.b. je spullen:                                
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak a.j.b. je spullen:                                

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
4.2 - Warmtetransport, deel II   &  PO 

  • Herhaling/Quizvraag
  • Vragen 4.2?  Opgave 10 t/m 13
  • Computermodel van afkoeling
  • Verder met PO of 4.2



Slide 2 - Tekstslide

Doelen vandaag (4.2)

  • Je kunt de drie vormen van warmtetransport uitleggen.
  • Je kunt rekenen met warmtestroom door een oppervlak.
  • Je kunt op basis van een deeltjesmodel uitleggen waarom warmtetransport in metalen sneller gaat.

Slide 3 - Tekstslide

Molecuulmodel
  • Stoffen bestaan uit kleine deeltjes,
    die een ruimte innemen
  • Tussen moleculen zit ruimte
  • In een stof bewegen moleculen voortdurend
  • Moleculen trekken aan elkaar

Slide 4 - Tekstslide

Denk even zelf na,
overleg daarna met je buur...

Waarom kun je door te zweten extra warmte afkoelen?
(gebruik molecuulmodel)



                                                                                       (=vraag 13c)

Slide 5 - Tekstslide

Denk even zelf na,
overleg daarna met je buur...

Als stoom (= gasvormig water) van 100°C op je huid komt,
dan verbrand je veel sneller dan wanneer er evenveel gram vloeibaar water van 100°C op je huid spettert.

Verklaar dit!
(gebruik molecuulmodel)

Slide 6 - Tekstslide

Stoom is onzichtbaar !!!
Gasvormig water is niet zichtbaar, het is hier in het lokaar ook aanwezig in de lucht!








Dus wat is de nevel die je ziet, b.v. in de douche, 
of als je 's winters buiten uitademt of in een wolk?

Slide 7 - Tekstslide

Vragen over 4.2 ???


Opgaven 10 t/m 13  (was hw)


(Zorg dat je 9 goed begrijpt.)

Slide 8 - Tekstslide

                                                      , dit was de warmtestroom. Dus het aantal Joules
                                                        per seconde dat ergens uit (of in) stroomt.


Warmtecapaciteit is hoeveel warmte
per K in object, dus:
Tblok=80°C
T2=10°C
P=dλAΔT
C=ΔTQ

Slide 9 - Tekstslide

PO - of - 4.2 opg. 14 & 15
Opgave 15 & 14 =
15 = huiswerk voor vrijdag

PO videometen gelukt?

Tonen op beamer?

Slide 10 - Tekstslide

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen:







V5
V5

Slide 11 - Tekstslide

Toevoeging van warmte: Q

ik voeg warmte toe:


Waar blijft de warmte, als hij opgenomen wordt?

Eintern,totaal=Ekin,1+Epot,1
Ekin,1+Epot,1+Q=Ekin,2+Epot,2
Ekin,1+Epot,1+Q

Slide 12 - Tekstslide

Stoelen op tafel zetten a.j.b.!

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting
  • Arbeid is het omzetten van energie, dus gedurende het proces.
    <-->
  • Energiebalans, Evoor = Ena, gaat over voor en na het proces
  • De grootte bereken je met behulp van W=F•s • cos(a)
  • Waarbij a de hoek is tussen verplaatsing en kracht

  • Dus: gelijkgericht: W>0; loodrecht: W=0; tegengesteld: W<0; 
  • Want: cos(0)=1, cos(90)=0 en cos(180)=-1

Slide 14 - Tekstslide