8.1

Programma

  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Programma

  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

8.1

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les
Kan je voorbeelden noemen van internationale handel
Kan je de voor en nadelen benoemen van import en export
Kan je uitleggen hoe een land haar internationale concurrentiepositie kan verbeteren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Nederland handelsland

'De gouden eeuw'

Slide 5 - Tekstslide

Importeren (invoer)
  • We importeren (invoer): we kopen goederen en diensten uit het buitenland.
  • Invoerwaarde is wat we in totaal betalen voor de import van goederen en diensten.

  • De import van goederen en diensten kost ons geld. Die import kunnen we betalen met de opbrengst van onze export.

Slide 6 - Tekstslide

We importeren bepaalde producten
  • als die in het buitenland goedkoper gemaakt kunnen worden
  • als die buitenlandse producten een betere kwaliteit hebben
  • als bepaalde grondstoffen niet of weinig voorkomen in Nederland
  • als we bepaalde landbouwgewassen niet kunnen verbouwen omdat ons klimaat er niet geschikt voor is
  • omdat Nederlandse consumenten de keuze willen hebben tussen verschillende producten en merken

Slide 7 - Tekstslide

Nadelen van Import
  • Afhankelijk (bijv. Russisch gas)
  • Nadelig voor de betalingsbalans

Slide 8 - Tekstslide

Waarom is export belangrijk?

Slide 9 - Open vraag

Exporteren (uitvoer)
  • We exporteren (uitvoer): we verkopen goederen en diensten aan buitenlandse bedrijven en personen.
  • Uitvoerwaarde is het bedrag dat we in totaal met de export verdienen

Slide 10 - Tekstslide

Waarom export belangrijk is
  • De export levert ons land veel inkomsten op.

  • Door te exporteren verkopen Nederlandse bedrijven veel meer dan wanneer ze hun producten alleen in ons land zouden verkopen.

  • De export zorgt voor veel werkgelegenheid. De producten moeten eerst worden geproduceerd. Daarvoor hebben Nederlandse bedrijven werknemers nodig.


Slide 11 - Tekstslide

Wat kunnen nadelen zijn van export?

Slide 12 - Open vraag

Nederlandse welvaart
  • De internationale handel is belangrijk voor de Nederlandse welvaart.
  • Daarom is het nodig dat Nederland een aantrekkelijke handelspartner is voor andere landen.
  • We hebben een sterke internationale concurrentiepositie als Nederlandse bedrijven producten van goede kwaliteit leveren tegen een aantrekkelijke prijs.

Slide 13 - Tekstslide

Internationale concurrentiepositie
De internationale concurrentiepositie geeft aan in hoeverre een land in staat is om beter en/of goedkoper te produceren dan andere landen.

Slide 14 - Tekstslide

Internationale concurrentiepositie
Andersom:

Slide 15 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit

  • arbeidsproductiviteit
  • productie per persoon in een bepaalde tijd   (dus hoeveel produceert één werknemer)
  • - om zoveel mogelijk winst te behalen, wil je een zo'n hoog mogelijke arbeidsproductiviteit

  • arbeidsproductiviteit verhogen door:
  • technologische ontwikkeling, zoals automatisering en mechanisering
  • betere arbeidsverdeling (wie doet wat, specialisatie)
  •  scholing
  • prestatiebeloning (bonus)

  • arbeidsproductiviteit = totale productie per periode : aantal werkenden

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken paragraaf 8.1

Slide 17 - Tekstslide

Groep 1:
Degene die het filmpje hebben bekeken en de opdrachten hebben gemaakt. 

Maken opdracht
2, 4, 5, 6, 9
blz 252 opdracht 1
Groep 2:
Degene die het huiswerk niet hebben gemaakt:

Maken opdracht:
1 tot en met 9

Slide 18 - Tekstslide