In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
oefenen met democratische revoluties
Slide 1 - Tekstslide
welke drie grote democratische revoluties ken je?
Slide 2 - Open vraag
wie waren de patriotten
A
democratische nederlanders
B
verlichte nederlanders
C
oranje aanhangers
D
aanhangers van frankrijk
Slide 3 - Quizvraag
welk verband bestond er tussen de verlichting en de revoluties in Amerika en in de Republiek?
Slide 4 - Open vraag
Uit welk conflict is de Amerikaanse Revolutie voortgekomen?
Slide 5 - Open vraag
De democratische revolutie in de Republiek kwam voort uit onvrede over de situatie in eigen land. Noem twee aspecten van die onvrede?
Slide 6 - Open vraag
De amerikanen schreven in 1787 een geheel nieuwe grondwet. leg uit waarom een grondwet zo belangrijk is voor landen die een democratisch bestuur willen invoeren?
Slide 7 - Open vraag
wat was eerst?
A
de franse revolutie
B
de amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd
C
de bataafse revolutie
Slide 8 - Quizvraag
De Franse revolutie kent drie fasen. Noem de drie fasen en geef bij elke fase het belangrijkste kenmerk
Slide 9 - Open vraag
Geef een korte beschrijving van de politieke situatie rond 1800 in Noord_Amerika, Frankrijk en Nederland
Slide 10 - Open vraag
Stelling: De Franse Revolutie is de revolutie der revoluties. leg uit waarom deze stelling juist is.
Slide 11 - Open vraag
Stelling: Verlichte ideeën hebben iin de praktijk slechts een kleine rol gespeeld bij het ontstaan van de Franse Revolutie Geef een argument voor en een argument tegen deze stelling.
Slide 12 - Open vraag
Waarom wordt de slavenhandel trans-atlantisch genoemd?
Slide 13 - Open vraag
Hoe verdedigden de Europeanen de slavernij voor zichzelf? Geef twee argumenten.
Slide 14 - Open vraag
Wat wilden abolutionisten bereiken?Noem twee argumenten waarom?
Slide 15 - Open vraag
In 1838 verscheen het boek Slavernij in de VS. Op blz. 148 memo Havo bron 2 zie je een afbeelding. Gebruik deze bron.Leg met behulp van de bron uit of de maker een abolitionist was of niet.
Slide 16 - Open vraag
leg uit waarom het stemmen per stand altijd ongunstig was voor de derde stand
Slide 17 - Open vraag
a) historici beschikken nauwelijks over bronnen die geschreven zijn door slaven zelf geef hiervoor een reden B). Leg uit wat dit betekent voor het schrijven van een geschiedverhaal over de slavernij in Amerika