Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Sentences/ Voegwoorden goede versie
Wat zijn
sentences
?
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat zijn
sentences
?
Slide 1 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 2 - Link
Conjunctions - voegwoorden
Leer de betekenis uit je hoofd, dat maakt het makkelijker!
Voorbeelden voegwoorden
but, although, so, and, or, after, before, when, that, which, who
Slide 3 - Tekstslide
Conjunctions
Voegwoorden
zijn heel belangrijk voor de structuur van zinnen. Ze leggen verband tussen de verschillende delen in een zin.
Belangrijk bij Leesvaardigheid!
I love playing tennis,
but
I can’t today.
Wat er staat wordt duidelijker dankzij voegwoorden.
Slide 4 - Tekstslide
Voegwoord:
Gebruik:
Voorbeeld:
and= en
opsomming
I bought a tshirt, shoes
and
jeans.
because = omdat
reden
I wasn't at school
because
I was ill
or= of
keuze/tegenstelling
I go fishing
or
swimming.
so =
dus
gevolg
I am tired
so
I am going to bed.
but =
maar
tegenstelling
I like sports
but
I don't like football.
Slide 5 - Tekstslide
Voegwoord:
Gebruik:
Voorbeeld:
although= alhoewel
tegenstelling
Enjoyed the staying
although
we were only sleeping there
after= nadat
tijd/volgorde
We moved house
after
she died
before= voordat
tijd/volgorde
I really need to buy shorts
before
going on holiday
when= wanneer
tijd
They go to the McDonalds
when
they pass that village
Slide 6 - Tekstslide
Voegwoord:
Gebruik:
Voorbeeld:
that= dat
Personen, dieren, dingen, informeler
This is the ring
that
I found yesterday
which= die
Dieren, dingen, formeler
This is the dog
which
barks every day
who= die
Personen, formeler
This is the man
who
build our house
Slide 7 - Tekstslide
I like sugar in my tea, _________ I don't like milk in it.
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 8 - Quizvraag
I like ham ____ cheese with my bread.
A
and
B
because
C
but
D
or
Slide 9 - Quizvraag
Is it Thursday _________ Friday today?
A
and
B
but
C
or
D
then
Slide 10 - Quizvraag
He was late __________ the bus didn't come.
A
although
B
because
C
but
D
or
Slide 11 - Quizvraag
We were very tired __________ happy after our flight to Sydney.
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 12 - Quizvraag
They climbed the mountain __________ it was very windy.
A
although
B
nor
C
or
D
so
Slide 13 - Quizvraag
The sun was warm, __________ the wind was a bit too cool.
A
after
B
nor
C
so
D
but
Slide 14 - Quizvraag
I will go to Montreal .... Quebec for the weekend, I'm not sure.
A
and
B
because
C
D
or
Slide 15 - Quizvraag
He was late and ..... was I.
A
but
B
so
C
if
D
nor
Slide 16 - Quizvraag
Should I stay .... should I go?
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 17 - Quizvraag
I like coffee .... my friend prefers tea.
A
since
B
but
C
so
D
for
Slide 18 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Conjunctions
December 2023
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Conjunctions / Voegwoorden
Mei 2023
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Conjunctions / Voegwoorden
Oktober 2022
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
SS, Chapter 2: grammar 3: sentences / voegwoorden
December 2022
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Conjunctions / Voegwoorden
Juni 2023
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Conjunctions / Voegwoorden maatwerk
Mei 2022
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Conjunctions / Voegwoorden
April 2022
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engels m4 Voegwoorden
29 dagen geleden
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4