Spreken over dagelijkse activiteiten in het Engels

Spreken over dagelijkse activiteiten in het Engels
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spreken over dagelijkse activiteiten in het Engels

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je praten over dagelijkse activiteiten in het Engels met behulp van de Present Simple.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de Present Simple tense?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Present Simple?
De Present Simple wordt gebruikt om te praten over gewoonten, routines en feiten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzinnen
I wake up at 7 AM every day. She watches TV in the evening. They eat dinner at 6 PM.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulaire
Dagelijkse activiteiten: wake up, brush teeth, eat breakfast, go to school, do homework, watch TV, go to bed.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spraakactiviteit
In paren, praat met je partner over je dagelijkse activiteiten. Gebruik de Present Simple.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback
Kies een paar leerlingen om hun gesprekken met de klas te delen. Geef positieve feedback en correcties indien nodig.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelletje
Speel 'Ik ga op reis en ik neem mee'. Elke speler voegt een dagelijkse activiteit toe met de Present Simple.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Wat hebben we vandaag geleerd? Waarom is de Present Simple belangrijk in dagelijkse gesprekken?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.