h1.1 - geluidstrillingen

H1 - Geluid
1.1 - geluidstrillingen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1 - Geluid
1.1 - geluidstrillingen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
-De leerling weet wat geluid is en hoe het zich verplaatst
-De leerling weet het verschil tussen golf en trilling (context)
-De leerling kan de formule voor geluidssnelheid toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Geluid

Slide 3 - Tekstslide

Geluid van bron naar ontvanger
Bron: maakt het geluid (de trilling)

Medium: vervoert het geluid (de trilling)

Ontvanger: hoort het geluid doordat het trommelvlies in het oor ook gaat trillen. 


Slide 4 - Tekstslide

Wat is geluid?
  • Geluid ontstaat door trillingen

  • Alles wat geluid maakt is een geluidsbron 

  • Elke geluidsbron heeft een onderdeel dat trilt

Slide 5 - Tekstslide

Geluidsbronnen
  • Geluid ontstaat als een geluidsbron trillingen veroorzaakt        
  • Bij je stem trillen je stembanden                  
  • Bij een speaker trilt de conus
  • Bij een gitaar trillen de snaren

Slide 6 - Tekstslide

Geluid
1 hele golf = 1 trilling. 

Trillingstijd is de tijd die nodig is voor 1 golf. 
-Geluid wordt veroorzaakt door iets wat trilt 
-Trilling: Het heen en weer bewegen rondom de ruststand
-Geluidsgolf: Een geluidstrilling die wordt doorgegeven


The wave als context!


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld trilling vs golf
Trilling -> mensen die omhoog en omlaag gaan. Ze blijven op hun plek staan
Golf -> ontstaat doordat mensen omhoog en omlaag gaan. Een golf plant zich voort

Slide 9 - Tekstslide

Het oor.
  • Je benoemt de onderdelen van het oor.
  • Je beschrijft hoe het oor geluidstrillingen omzet in impulsen en hoe die bij de hersenen komen.
  • Je benoemt de functie van de buis van Eustachius.

  • Je benoemt de onderdelen van het oor
  • Je beschrijft hoe het oor geluidstrillingen omzet in impulsen en hoe die bij de hersenen komen..
  • Je benoemt de functie van de buis van Eustachius.
  • Je beschrijft de vorm en functie van het evenwichtsorgaan.
  • Je benoemt dat de geluidssterkte en de trillingsfrequentie onze gehoorgrenzen bepalen.

Slide 10 - Tekstslide

Geluidssnelheid
Geluidssnelheid: snelheid waarmee het geluid zich door een medium verplaatst.
Geluidssnelheid is 343 m/s (20 graden Celsius)
Afhankelijk van temperatuur en medium 

Slide 11 - Tekstslide

Formule voor geluidssnelheid
v = de geluidssnelheid in meter per seconde (m/s)
s = de afstand die het geluid aflegt in meter (m)
t = de tijd in seconde (s)

Slide 12 - Tekstslide

Oefenopgave
Steven ligt in bed en hoort onweer. Het is buiten ongeveer 20 graden. Hij is benieuwd hoe ver de onweer van hem vandaan is. Hij pakt zijn telefoon en gaat naar de stopwatch-app. Elke keer als hij een flits ziet gaat de tijd lopen en wanneer hij de knal hoort stopt de tijd. De tijd op zijn stopwatch is 4,68 sec. Bereken hoeveel km Steven van het onweer af is.

Slide 13 - Tekstslide

Uitwerking
1. 
2.   
3. 
4. 1605,24 meter       1,6 km
v=ts
v=343sm
t=4,68s
s=vt
s=3434,68

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten
WAT? Maak opdrachten: 1 t/m 6
HOE? Eerste 5 minuten stil en individueel daarna zachtjes overleggen indien nodig. Muziek is toegestaan mits er goed gewerkt wordt.
HULP: Docent loopt rond om vragen te beantwoorden
HOE LANG? 15 minuten 
KLAAR? Begin vast met opdracht 7 en werk de paragraaf door


Slide 16 - Tekstslide