H6 schrijven & kijk en luisteren

Nederlands

Week 23 t/m 27 maart 
H6 Schrijven opdracht 1 t/m 3
H6 Kijk&luisteren opdracht 1 t/m 3 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Week 23 t/m 27 maart 
H6 Schrijven opdracht 1 t/m 3
H6 Kijk&luisteren opdracht 1 t/m 3 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen deze week
Je hebt H6 lezen af (vorige week)
Je maakt schrijven H6 opdracht 1 t/m 3 
Je maakt kijk en luisteren H6 opdracht 1 t/m 3 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen?
Je bekijkt deze Lesson Up met uitleg over de theorie van schrijven en kijk&luisteren. Daarna ga je verder met het maken van de vragen in je bundel. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven

H6 schrijven voor publiek

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Publiek
Als je een tekst schrijft, moet je ermee rekening houden voor wie je schrijft; dit is je publiek. Je past je toon en woordkeuze aan je publiek aan.

Bekijk de link op het volgende scherm voor meer informatie over publiek en toon. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk nu de instructiefilm 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is de volgende korte tekst geschreven?

Wilt u een kledingstuk op maat laten maken? Dat dient u door te geven aan de coupeuse. Dat kan door een mail te sturen naar het adres hieronder.
A
jongeren / leeftijdsgenoten
B
basisschoolkinderen
C
volwassenen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is de volgende korte tekst geschreven?

Heb je zin om te sporten, maar heb je nog geen idee welke sport bij je past? Kom naar de Sportinstuif! Je kunt workshops van allerlei sporten volgen.


A
jongeren / leeftijdsgenoten
B
basisschoolkinderen
C
volwassen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
  • Je publiek is voor wie je schrijft. Dat kan bijvoorbeeld iemand van je eigen leeftijd zijn, een basisschoolleerling of een volwassene. De toon en woorden die je gebruikt, pas je aan aan je publiek. Bij leeftijdsgenoten gebruik je andere woorden dan bij basisschoolkinderen of volwassenen.

  • Als je iets schrijft, moet je altijd nadenken waarom je schrijft. Wil je alleen informatie geven , wil je iemand overhalen of gewoon een leuk verhaal vertellen?  De reden waarom je iets schrijft is je tekstdoel.  Een tekst heeft vaak ook meer dan één doel. 

Slide 11 - Tekstslide

De verschillende tekstdoelen zijn: informeren, overhalen, overtuigen en amuseren.

Je zult in deze reeks schrijven veel gebruikmaken van de tekstdoelen informeren en amuseren.


Belangrijk bij het schrijven
  • Punten en hoofdletters
  • Grammatica
  • Spelling
  • Duidelijke opbouw (inleiding, kern en slot)

  • Aanpassen aan je publiek: voor wie schrijf je?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhaling: Publiek
Als je gaat schrijven is het belangrijk om goed te weten voor welk publiek je dat doet. 



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak H6 schrijven opdracht 1 t/m 3 in je bundel 

We gaan nu verder met de uitleg van Kijk & luisteren H6 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk & luisteren H6
Straks maak je opdracht 1 t/m 3 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Publiek
  • Elke uitzending op de radio, tv of internet wordt gemaakt met een bepaald publiek in gedachten. Bijvoorbeeld kinderen, sportliefhebbers of reizigers. 
  •  als je wilt weten voor welk publiek een uitzending gemaakt is let je op 3 dingen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Het onderwerp
Een vlog voor jongeren gaat niet over bankzaken maar is er voor vermaak

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. De vorm 
In een programma voor ouderen praat de presentator langzamer dan in een programma voor jongeren.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Het taalgebruik
In het jeugdjournaal wordt het nieuws anders vertelt dan het 8 uur journaal voor volwassenen. 
Het taalgebruik wordt afgestemd op de doelgroep

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroep
Een programma wordt gemaakt voor een publiek -> doelgroep

  • Test jezelf: Kun jij een programma noemen  en het bijbehorende publiek?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken H6 online Kijk en luisteren opdracht 1 t/m 3
H6 Schrijven opdracht 1 t/m 3 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies