1.3 Budgetteren moet je leren

Budgetteren moet je leren
paragraaf 1.3
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Budgetteren moet je leren
paragraaf 1.3

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoort er allemaal bij
een budget.

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen
  • Je weet wat voor inkomsten en uitgaven je kunt hebben
  • Je weet waarom budgetteren nodig is en hoe je dat doet. 

Slide 3 - Tekstslide

Nibud en budgetteren

  1. Voorbeeld
  2. oefenopgave
  3. Begrippen 

Slide 4 - Tekstslide

opgave
Wat: Je maakt het opdrachtenblad
Hoe: Je werkt in stilte alleen
Tijd: 5 minuten
Hulp: van mij
Opbrengst: je weet hoe je een begroting maakt. 
Klaar? maak opgave 25

Slide 5 - Tekstslide

Een begroting is:
A
Een site waarbij je budgetvoorlichting krijgt
B
Het afstemmen van je uitgaven op je inkomsten
C
Een overzicht van je inkomsten en uitgaven

Slide 6 - Quizvraag

Het Nibud is:
A
Een site waarbij je budgetvoorlichting krijgt
B
Het afstemmen van je uitgaven op je inkomsten
C
Een overzicht van je inkomsten en uitgaven

Slide 7 - Quizvraag

budgetteren is:
A
Een site waarbij je budgetvoorlichting krijgt
B
Het afstemmen van je uitgaven op je inkomsten
C
Een overzicht van je inkomsten en uitgaven

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kan je geld krijgen?
(Soorten inkomens)

Slide 9 - Woordweb

Soorten inkomens:
  • Inkomen uit arbeid: dit is je werk/bijbaan waar je voor betaald krijgt.
  • Inkomen uit bezit: Rente op spaargeld / een huis verhuren
  • Overdrachtsinkomen: zakgeld, kleedgeld, maar ook uitkeringen

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Opgaven: 26, 27, 28 en 29

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat voor inkomsten en uitgaven je kunt hebben
  • Je weet waarom budgetteren nodig is en hoe je dat doet. 

Slide 12 - Tekstslide