oefenen Lezen 3 + 4
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Omdat ik twee maanden niet naar school heb hoeven fietsen, is mijn conditie nu heel slecht.
A
Tegenstellend
B
Redengevend
C
Concluderend
Slide 2 - Quizvraag
Hij weet dat roken slecht is, maar hij doet het toch.
A
Redengevend
B
Concluderend
C
Tegenstellend
Slide 3 - Quizvraag
Ze moest niet alleen haar rijbewijs inleveren, maar ook opnieuw rijlessen nemen.
A
Opsommend
B
Tegenstellend
C
Redengevend
Slide 4 - Quizvraag
De tekst leren
De tekst helemaal begrijpen
Nagaan waar de tekst over gaat (eerste indruk)
Nauwkeurig lezen
Studerend lezen
Verkennend lezen
Slide 5 - Sleepvraag
Hoe heet de belangrijkste zin van een alinea?
Slide 6 - Woordweb
Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt, noemen we de ...
Slide 7 - Open vraag
Wat is GEEN hulpmiddel bij het vaststellen van het leespubliek?
A
Bron
B
Taalgebruik
C
Onderwerp
D
Schrijver
Slide 8 - Quizvraag
Betogende tekst
Activerende tekst
Amuserende tekst
Informatieve tekst
Nieuwsbericht
Recensie/Review
Reclamefolder
Stripverhaal
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Feit of mening?
In deze tekst krijg je veel tips.
In deze tekst krijg je veel tips.
timer
0:10
A
feit
B
mening
Slide 12 - Quizvraag
Feit of mening
Tip 1 is de beste tip!
Tip 1 is de beste tip!
timer
0:10
A
feit
B
mening
Slide 13 - Quizvraag
Feit of mening?
In de zomer vriest het vaak.
In de zomer vriest het vaak.
timer
0:10
A
feit
B
mening
