taaloef 13B CD

1. Οἵδε οἱ πολῖται ἐνόμιζον ἡμᾶς τοὺς παῖδας ἀποκτεῖναι.

wat is de subi.acc. en is de inf vóór- of gelijktijdig?
A
ἡμᾶς ἀποκτεῖναι = aor dus voortijdig
B
ἡμᾶς ἀποκτεῖναι = praes dus gelijktijdig
C
τοὺς παῖδας ἀποκτεῖναι = aor dus voortijdig
D
τοὺς παῖδας ἀποκτεῖναι = praes dus gelijktijdig
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1. Οἵδε οἱ πολῖται ἐνόμιζον ἡμᾶς τοὺς παῖδας ἀποκτεῖναι.

wat is de subi.acc. en is de inf vóór- of gelijktijdig?
A
ἡμᾶς ἀποκτεῖναι = aor dus voortijdig
B
ἡμᾶς ἀποκτεῖναι = praes dus gelijktijdig
C
τοὺς παῖδας ἀποκτεῖναι = aor dus voortijdig
D
τοὺς παῖδας ἀποκτεῖναι = praes dus gelijktijdig

Slide 1 - Quizvraag

1. Οἵδε οἱ πολῖται ἐνόμιζον ἡμᾶς τοὺς παῖδας ἀποκτεῖναι.
wat is de juist vertaling?
A
Die burgers menen dat wij de kinderen gedood hadden.
B
Die burgers meenden dat wij de kinderen gedood hebben.
C
Deze burgers meenden dat wij de kinderen gedood hebben.
D
Deze burgers meenden dat wij de kinderen gedood hadden.

Slide 2 - Quizvraag

2 Ἠκούομεν τοὺς Ἀχαιοὺς τὴνδε τὴν πόλιν διαφθεῖραι.

wat is de subi.acc. en is de inf vóór- of gelijktijdig?
A
τοὺς Ἀχαιοὺς διαφθεῖραι = aor dus gelijktijdig
B
τοὺς Ἀχαιοὺς διαφθεῖραι = aor dus voortijdig
C
τὴνδε τὴν πόλιν διαφθεῖραι = aor dus gelijktijdig
D
τὴνδε τὴν πόλιν διαφθεῖραι = aor dus voortijdig

Slide 3 - Quizvraag

2 Ἠκούομεν τοὺς Ἀχαιοὺς τὴνδε τὴν πόλιν διαφθεῖραι.
wat is de juiste vertaling?

A
wij komen zodat Achilles de stad kan vernietigen
B
wij horen dat de Grieken de stad vernietigen
C
wij hoorden dat de Grieken deze stad vernietigen
D
wij hoorden dat de Grieken deze stad vernietigd hadden

Slide 4 - Quizvraag

In het Latijn en Grieks wordt de Aci-constructie vaak gebruikt.
 Je kunt een AcI verwachten achter werkwoorden met de volgende betekenissen:
a. "zeggen, mededelen" (spreken, uiten), bv. λέγω, γράφω;
b. "zien, menen, weten, hopen" (waarnemen, denken), bv. ἀκούω;
c. na onpersoonlijke uitdrukkingen, bijv. δεῖ, χρῆ.

Slide 5 - Tekstslide

3 Ἀναγκαῖον ἦν τούτους τοὺς ἄνδρας κρύπτειν τοὺς δόλους.



4 Ἐχρῆν ἡμᾶς τούτων τῶν ξένων φροντίζειν.

Slide 6 - Tekstslide

3 Ἀναγκαῖον ἦν τούτους τοὺς ἄνδρας κρύπτειν τοὺς δόλους.

subj.acc.? 

4 Ἐχρῆν ἡμᾶς τούτων τῶν ξένων φροντίζειν.

Vertaling:

Slide 7 - Tekstslide

3 Ἀναγκαῖον ἦν τούτους τοὺς ἄνδρας κρύπτειν τοὺς δόλους.

subj.acc.

4 Ἐχρῆν ἡμᾶς τούτων τῶν ξένων φροντίζειν.

3 Het was noodzakelijk dat die mannen de/hun listen verborgen.

 
4 Het was nodig dat wij ons bekommerden om die vreemdelingen/gasten 
          // Wij moesten ons bekommeren ...

Slide 8 - Tekstslide

5 Δῆλόν ἐστι σὲ τὴνδε τὴν γυναῖκα μάλα φιλεῖν.

wat is de subi.acc.?

A
Δῆλόν
B
σὲ
C
τὴνδε τὴν γυναῖκα
D
μάλα

Slide 9 - Quizvraag

6 Ἐν νῷ εἶχον τοῦς πολίτας ἀδικεῖν.

wat is de juiste vertaling?
A
zij zijn van plan dat de burgers onrecht doen
B
zij waren van plan dat de burgers onrecht deden
C
zij zijn van plan de burgers onrecht te doen
D
zij waren van plan de burgers onrecht te doen

Slide 10 - Quizvraag

5 Δῆλόν ἐστι σὲ τὴνδε τὴν γυναῖκα μάλα φιλεῖν.


 
6 Ἐν νῷ εἶχον τοῦς πολίτας ἀδικεῖν.

5 Het is duidelijk dat jij veel houdt van deze vrouw.


 
6 Zij waren van plan de burgers onrecht aan te doen.

Slide 11 - Tekstslide

Sleep de Griekse woorden uit zin 7 naar de juiste functies
nom - ond
nom - ND
gen bij Ὁ θάνατος 
gen bij σημεῖον μέγα
acc - LV
Ὁ θάνατος
ἐκείνο
σημεῖον μέγα
τοῦ θεοῦ
ἦν

Slide 12 - Sleepvraag

Vertaling van het aanw.vnw.:
1. (zelfstandig) hij , zij, dat
2. (bijvoeglijk, dus het congrueert!) die, deze, dat
- hoe vertaal je dus ἐκείνου (r.7)
A
die
B
deze
C
daarvan
D
van hem

Slide 13 - Quizvraag

Aci met inf. praesens
(stap f)
Λέγει τὸ τέκνον πίπτειν.
= Hij zegt dat het kind valt.

Ἔλεγε τὸ τέκνον πίπτειν.
= Hij zei dat het kind viel.

Slide 14 - Tekstslide

Aci met inf. aoristus
(stap f)
Ὅρᾳ τὸ τέκνον πεσεῖν.
= Hij ziet dat het kind gevallen is.

Εἴδε τὸ τέκνον πεσεῖν πίπτειν.
= Hij zag dat het kind gevallen was.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is dus de vertaling van zin 8?
Εἶπον τοῦτον τὰ τέκνα σῶσαι.
(gebruik 3de pl bij PV - en τοῦτον als subj.acc.)

Slide 16 - Open vraag

1 τὸ τέκνον (ὅδε) τόδε dit kind
2 ἡ μήτηρ (οὗτος) αὕτη deze/die moeder
3 (ἐκεῖνος) τοῖς λόγοις ἐκείνοις (met/door) die woorden
4 τοῦ οἰνοῦ (ὅδε) τοῦδε (van) deze wijn
5 τὸν ἀδελφὸν (οὗτος) τοῦτον deze/die broer
6 (ἐκεῖνος) τῆς μάχης ἐκείνης (van) dat gevecht
7 τὰ σώματα (ὅδε) τάδε deze lichamen
8 (ἐκεῖνος) ἡ βασίλεια ἐκείνη die koningin
9 τὰς νήσους (οὗτος) ταύτας deze/die eilanden
10 τῶν πέτρων (οὗτος) τούτων (van) deze/die stenen/rotsen

1 τὸ τέκνον (ὅδε)            τόδε            dit kind        
2 ἡ μήτηρ (οὗτος)          αὕτη            deze/die moeder
3 (ἐκεῖνος) τοῖς λόγοις  ἐκείνοις        (met/door) die woorden
4 τοῦ οἰνοῦ (ὅδε)          τοῦδε           (van) deze wijn
5 τὸν ἀδελφὸν (οὗτος) τοῦτον          deze/die broer
6 (ἐκεῖνος) τῆς μάχης   ἐκείνης         (van) dat gevecht
7 τὰ σώματα (ὅδε)        τάδε             deze lichamen
8 (ἐκεῖνος) ἡ βασίλεια  ἐκείνη           die koningin
9 τὰς νήσους (οὗτος)   ταύτας          deze/die eilanden
10 τῶν πέτρων (οὗτος) τούτων        (van) deze/die stenen

Slide 17 - Tekstslide