Present Simple - spelling changes

The Present Simple
Present Simple
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

The Present Simple
Present Simple

Slide 1 - Tekstslide

Agenda

Today you will learn...


  • positive + negative sentences
  • Spelling changes

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kan je:

  • Vertellen wat de present simple is (bevestigende zinnen)
  • Signaalwoorden herkennen van de present simple
  • De vorm toepassen in zinnen

Slide 3 - Tekstslide

De 'present simple' is in het Nederlands de ...
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
toekomende tijd

Slide 4 - Quizvraag

When do you use it?
Als iets altijd, vaak of nooit gebeurt, gebruik je in het Engels de present simple.

Ik werk op school   (altijd)
Ik sport doordeweeks  (vaak)
Ik eet geen vis.  (nooit)

Slide 5 - Tekstslide

Vorm
Bij I, you, we en they gebruik je het hele werkwoord.

I live in New-York city.
They eat fish every weekend

Onderwerp + ww

Slide 6 - Tekstslide

Vorm
Bij he, she en it zet je een -s achter het werkwoord.

He lives in New-York city.
She drinks milk every morning.

Onderwerp + ww + s

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 10 - Quizvraag

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 11 - Quizvraag

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 12 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 13 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 14 - Quizvraag

Persoonlijke voornaamwoorden
Soms begint een zin niet met een persoonlijk voornaamwoord als onderwerp. Dan moet je omdenken.

My dog never drinks from the river. (My dog = it)
Our parents often walk in the park. (Our parents = they)

Slide 15 - Tekstslide

He
She
They
We
Richard
Lisa
Dirk and I
Dirk and Lisa
Mr. Verhoeven
The dog and cat
Mrs. van der Boom
Mrs. van der Boom and I

Slide 16 - Sleepvraag

Exceptions
Wanneer werkwoorden eindigen op een 'y', veranderen ze iets meer dan gewone werkwoorden bij he/she/it. Je vervangt dan eerst de -y door - ie en dan zet je de -s erachter.

Sometimes I worry about my dog.
She never worries about her dog.

Slide 17 - Tekstslide

We ... (to cry) every Sunday.
A
cry
B
cries

Slide 18 - Quizvraag

James never ... (to carry) his own bag to school
A
carry
B
carries

Slide 19 - Quizvraag

She always ... (to fly) to Germany during holidays.
A
fly
B
flies

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Link

Present simple 
(negative)

Change to the negative:

I watched TV this weekend.

Slide 22 - Tekstslide

Present Simple (negative)
don't / doesn't  + ww 

I don't watch TV.
She / He doesn't go to school today.
They / We don't see the Northern Lights last month.





Slide 23 - Tekstslide

I...... (go) to school last Monday.

Slide 24 - Open vraag

She........ (study) for her test on Wednesday.

Slide 25 - Open vraag

Change to negative:
She plays tennis.

Slide 26 - Open vraag

Complete Worksheet
Finished? 

Write down the week task for next week
(Check study calendar)
timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

I understand the Present Simple and how to use it.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Link

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link