Examenvoorbereiding lezen/luisteren 3F


Lezen/Luisteren 3F

Centraal Examen
 Nederlands 3F
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les


Lezen/Luisteren 3F

Centraal Examen
 Nederlands 3F

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
- Herhaling lesstof
- Informatie over het examen
- Tips
- Oefenexamen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil je nog oefenen voor het examen lezen/luisteren?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
- begripsvragen:  Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
- interpretatievragen:  Is de schrijver het eens met de minister?
- evaluatievragen:  Is de uitspraak in alinea 5 betrouwbaar?
- samenvattingsvragen:  Welke kopjes passen bij elke alinea?
- opzoekvragen:  Mag Leo het abonnement opzeggen?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaan begripsvragen over?
A
hoofdgedachte/onderwerp
B
oorzaak-gevolg/ middel-doel
C
hoofd-/bijzaken
D
drogreden/argument

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld geven van een begripsvraag?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Begripsvraag
Een voorbeeld van een begripsvraag kan zijn:

Welke van de onderstaande zinnen vat de tekst het best samen?

Deze vragen gaan over de inhoud van de tekst.
Daarmee kijken ze of je de inhoud van de tekst begrepen hebt.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onderwerp van een tekst....
De hoofdgedachte van een tekst....
is waar de tekst over gaat
is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp duidelijk wil maken
vind je in de titel en/of de inleiding
vind je in de titel, de inleiding, de kern en/of het slot
bestaat uit een of enkele woorden
bestaat uit een hele zin

Slide 8 - Sleepvraag

Onderwerp en hoofdgedachte zijn al behandeld bij bouwsteen 2. Deze sleepvraag even als opfrisser.

Interpretatievragen kun je letterlijk uit de tekst halen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een interpretatievraag

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Interpretatievraag
Een voorbeeld van een interpretatievraag is:

Wat is het doel van de schrijver?
Maar ook:
Hoe reageert de vrouw op de vraag van de interviewer?
(verbaasd, boos, sceptisch)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee tekstsoorten en bijbehorende tekstdoelen

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstsoorten en -doelen
- Informatieve teksten - Informeren
- Instructieve teksten - Instrueren
- Betogende teksten - Overtuigen
- Activerende teksten - Overtuigen en activeren
- Beschouwende teksten - Opiniëren (de lezer een mening laten vormen of laten nadenken)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatieve tekst
betogende tekst
vooral feiten
brochure
overtuigen
informeren
vooral mening
standpunt onderbouwen

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke antwoorden horen bij evaluatievragen?
A
doel schrijver
B
conclusie
C
kwaliteit van de argumenten
D
Tekstverbanden

Slide 15 - Quizvraag

opvatting auteur + conclusie  = interpretatie

Evaluatievragen
Voorbeelden van evaluatievragen zijn:

Wat is het verband tussen alinea 3 en 4?

Maar ook:
Van welke drogreden is sprake bij het argument [...] in alinea 4?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


 Wat is een voorbeeld van een  
 tekstverband?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
oorzaak-gevolg

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstverbanden en signaalwoorden
oorzaak-gevolg
middel-doel
reden
tegen-stelling
voorbeeld
doordat
want
Zo
daarmee
namelijk
echter
zodat
om te...
bijvoorbeeld

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

[2] Het aantal fietsen blijft groeien – Nederland telde er in 2009 al 18 miljoen – en daarmee dreigt het ‘paard van de democratie’,  zoals de fiets wel genoemd wordt, aan zijn eigen succes ten onder te gaan: wegen raken ermee verstopt en parkeerplaatsen lijken er nooit genoeg. Ondanks miljoeneninvesteringen zal het tekort aan fietsparkeerplekken bij stations de komende tien jaar verdubbelen tot tweehonderdduizend. Een ‘fietsinfarct’ dreigt. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Hebben beleidsmakers en belangengroepen al die jaren zitten slapen? 
Sleep de tekstverbanden naar het juiste signaalwoord.

opsommend
voorbeeld
tegenstellend

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoofdzaken
bijzaken
hoofdgedachte
onderwerp
extra uitleg
illustraties
centrum mindmap
kernwoorden
foto's

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzaken
(Hoofdgedachte-
Kernzinnen) 
Wie
Wat 
Waarom
Wanneer 
Waar
Hoe? 
Niet alle informatie in teksten is even belangrijk. Informatie die echt belangrijk is voor het tekstdoel, noem je hoofdzaken.
Bijzaken

Voorbeelden
Extra uitleg
Afbeeldingen 
Vragen
Details
Meningen 
Let op! Bij betogende teksten horen meningen wél in de samenvatting.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe pak jij een tekst aan?
Ik lees de vraag en ga dan pas de tekst lezen/beluisteren
Ik lees eerst de hele tekst en beantwoord dan pas de vragen
Ik lees globaal de tekst en ga dan naar de vragen
Anders

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste volgorde 
Dit is een voorbeeldmanier van hoe je een examentekst kunt aanpakken
1
2
3
4
5
6
7

Lees gevraagde tekstgedeelte goed door.
Formuleer voor jezelf het antwoord.

Geen keuze? 
Lees tekstgedeelte nog eens. 
Streep foute antwoorden weg.

Lees intensief

Vul het antwoord in. 

Lees globaal
Lees de antwoordmogelijk-heden.
Vergelijk met jouw antwoord.

Lees de vragen (nog niet de antwoorden)

Slide 24 - Sleepvraag

Heb voor jezelf duidelijk waar de tekst over gaat en wat het doel van de tekst is. 
Hoe pak je een tekst aan?
Zoals je net zag, zijn verschillende manieren om examenteksten aan te pakken.

Oefen verschillende manieren en kies daarna de manier die het beste bij jou past.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
  • allemaal meerkeuzevragen
  • lees de vraag en alle antwoordopties voordat je iets invult
  • bedenk welke antwoorden zeker fout zijn
  • controleer of je alle vragen beantwoord hebt
  • Weet je het antwoord niet zeker? Schrijf vraag op en laat liggen voor later. 
  • zorg dat je goed uitgerust bent

Slide 26 - Tekstslide

  • Door eerst de vraag en antwoordmogelijkheden te lezen, weet je wat de mogelijkheden zijn. Zo kun je gericht lezen/luisteren en lees/hoor je het juiste antwoord sneller. 
  • Als je denkt het antwoord te weten zonder de tekst te lezen, toch vraag en tekst lezen! Ook als je denkt het juiste antwoord te hebben gevonden, de andere antwoorden nog nalezen. 
Tips
  • Zoek naar synoniemen
  • Aandachtig lezen, zet je brein aan, ook bij 'saaie' teksten.
  • Kritisch zijn in het vergelijken van de antwoorden met de (gesproken) tekst.
  • Kijk ook goed naar wat er wordt gevraagd
    - Onderwerp is wat anders dan de aanleiding.

Slide 27 - Tekstslide

  • Door eerst de vraag en antwoordmogelijkheden te lezen, weet je wat de mogelijkheden zijn. Zo kun je gericht lezen/luisteren en lees/hoor je het juiste antwoord sneller. 
  • Als je denkt het antwoord te weten zonder de tekst te lezen, toch vraag en tekst lezen! Ook als je denkt het juiste antwoord te hebben gevonden, de andere antwoorden nog nalezen. 
Extra oefenen?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik voel me goed voorbereid op het examen
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies