Paragaaf 2.2 Winst is winst (HAVO 3)

Paragaaf 2.2 Winst is winst

LH3b

1 / 19

Slide 1: Tekstslide

EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragaaf 2.2 Winst is winst

LH3b

Slide 1 - Tekstslide

Planning

- Terugblik paragaaf 2.1

- Paragaaf 2.2

- Aan de slag

- Terugblik en afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

De vraagfunctie is Qv= -200P+ 800. Bewijs dat bij een prijs van 2 de gevraagde hoeveelheid 400 stuks is.

Slide 3 - Open vraag

Qv= -200P+800. Hierbij is Qv de gevraagde hoeveelheid brood per dag. Teken hierbij de vraaglijn. Neem voor de horizontale as Q tot 1000 en een p tot 5.

Slide 4 - Open vraag

Huiswerk bespreken!

- Lees paragaaf 2.1 door en maak de opdrachten 2,3,5,6,8 en 10.

- Bekijk de studiewijzer voor periode 2

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen paragaaf 2.2

- Berekenen van afzet, omzet en totale winst

- Verschil uitleggen tussen vaste en variabele kosten

- Totale kostprijs berekenen

- Aanbodlijn aflezen en veranderingen van en langs onderscheiden

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Afzet, omzet en totale winst

- Afzet= verkochte aantal producten

- Omzet= Afzet . de prijs

- Totale winst= Totale opbrengst - Totale kosten

Slide 8 - Tekstslide

Zara verkoopt 30 shirts van 30 euro per stuk. De totale kosten zijn 420 euro. Wat is hierbij de omzet? Wat is vervolgens de totale winst?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Vaste kosten

Variabele kosten

Totale kosten per product

Slide 11 - Sleepvraag

Leg uit dat de kostprijs per brood daalt, als er meer brood gebakken gaat worden.

Slide 12 - Open vraag

Aanbodlijn (Qa)

- Aangeboden producten en prijs (Qa)

- Stijgende lijn i.p.v. dalende lijn (Qv)

- Kan ook langs en van de lijn verschuiven

Slide 13 - Tekstslide

Aanbod en vraag van goederen

- Aangeboden producten en prijs (Qa)

- Stijgende lijn i.p.v. dalende lijn (Qv)

- Kan ook langs en van de lijn verschuiven

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Als de koopkracht van consumenten stijgt, zorgt dit ervoor dat de prijs van de bloemen en de hoeveelheid gekochte bloemen stijgen. Is dit een verandering van of langs de aanbodlijn?

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag!

- Lees paragaaf 2.2 door en maak de opdrachten 3,6,7,8,10,11 en 12.

Ben je eerder klaar of heb je vragen? Steek je vinger op.

Slide 17 - Tekstslide