week 5 en week 6 formele en informele e-mail schrijven
E-mail schrijven
e-mail/brief schrijven
Taalverzorging 2.5
e-mail
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
E-mail schrijven
e-mail/brief schrijven
Taalverzorging 2.5
e-mail
Slide 1 - Tekstslide
wil je iets over je weekend vertellen?
ja, gezellig
nee, liever niet
Slide 2 - Poll
E-mail schrijven
Voor het examen schrijven moet je in het examenjaar een persoonlijke e-mail schrijven.
Deze periode schrijven we een formele en informele brief
Theorie
Slide 3 - Tekstslide
Afstemmen op publiek
Als je een tekst schrijft, moet je rekening houden met je doelgroep.
De doelgroep is de groep mensen voor wie je een tekst schrijft.
Voor je begint met schrijven, moet je een goed beeld hebben van je doelgroep, zodat je het taalgebruik op de doelgroep kunt afstemmen.
Slide 4 - Tekstslide
2 teksten met dezelfde boodschap, zie het verschil
Slide 5 - Tekstslide
A
formeel
B
informeel
Slide 6 - Quizvraag
A
formeel
B
informeel
Slide 7 - Quizvraag
Formele taal
Formele taal:
Het taalgebruik is formeel als je schrijft voor mensen die je niet kent.
De tekst gaat dan meestal over zakelijke dingen.
Als je formeel schrijft, spreek je de lezer aan met 'u' en is je toon beleefd.
Je woordkeus bepaalt de toon van de tekst.
Slide 8 - Tekstslide
informele taal
Informele taal:
Het taalgebruik is informeel als je schrijft voor vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten.
Het gaat vaak over alledaagse dingen.
Als je informeel schrijft, spreek je de lezer aan met 'je'.
Bij informele taal gebruik je vaak dezelfde woorden als wanneer je spreekt.
Slide 9 - Tekstslide
Informele taal is:
A
Zakelijk
B
Beleefd
C
Spreektaal
D
Zonder woorden
Slide 10 - Quizvraag
formele taal is:
A
Onbeleefd
B
Zakelijk
C
Iemand aanspreken met 'je'
D
Met populaire woorden als 'chill' of 'relaxed'
Slide 11 - Quizvraag
Aanhef : formele brief
Als je de naam weet:
Geachte heer Janssen
Geachte mevrouw Janssen
Geachte heer of mevrouw Janssen
Als je de naam niet weet:
Geachte heer, geachte mevrouw
Geachte heer of mevrouw
Slide 12 - Tekstslide
Aanhef: informele brief
Hoi Martijn
Beste Martijn
Hallo Martijn
Dag Martijn
Hoi Hoi!
Hé Hallo!
Yo Martijn
Slide 13 - Tekstslide
Afsluiting
Formele taal:
Met vriendelijke groet,
Informele taal:
Groetjes,
Slide 14 - Tekstslide
Doe je mee met de ontwerpwedstrijd?
A
Formeel
B
Informeel
Slide 15 - Quizvraag
De maatpakken zullen conform afspraak vrijdag geleverd worden.
A
Formeel
B
Informeel
Slide 16 - Quizvraag
Het abonnement op dit tijdschrift zeg ik bij dezen op.
A
Formeel
B
Informeel
Slide 17 - Quizvraag
Geef maar aan of je nog meer attributen nodig hebt voor de sportdag.
A
Formeel
B
Informeel
Slide 18 - Quizvraag
Zie It's Learning
Opdracht
Slide 19 - Tekstslide
Opdracht informele mail
Samen met een klasgenoot zou je morgen aan de slag gaan om een presentatie voor te bereiden. Nu is er gister tijdens het eten een stukje van je tand afgebroken waardoor je nu onverwachts naar de tandarts moet. Je stuurt haar een e-mail om haar te vertellen dat je niet kunt komen. Daarnaast vraag je haar of zij alvast wat informatie op kan zoeken zodat jullie niet in tijdnood komen voor de presentatie.
Opdracht informele brief
Slide 20 - Tekstslide
Wat moet er in de mail staan?
Je geeft aan dat je niet kunt komen bij jullie afspraak
Je geeft de reden waarom je niet kunt komen
Je geeft aan wat jij wilt dat zij alvast doet ter voorbereiding op jullie presentatie
Je geeft aan wat jij zelf gaat doen ter voorbereiding op jullie presentatie
Je doet een voorstel voor een nieuwe datum en tijd om af te spreken.
Wat moet er in de brief staan?
Slide 21 - Tekstslide
Wat moet er in de mail staan?
Het is bijna grote vakantie. Het einde van het schooljaar nadert en jij hebt samen met een aantal vrienden/vriendinnen een klassenuitje georganiseerd. Jullie zijn door de klas aangewezen om een gezellig dag te organiseren en jullie hebben besloten een dag naar Walibi in Flevoland te gaan.
Het was veel geregel. Voor het vervoer hebben jullie een 4-tal ouders gevraagd. Als datum hebben jullie gekozen voor 16 juni. a.s.
Daarnaast hebben jullie binnen de klas veel gepraat over het reisdoel. De mentor is gevraagd om met jullie mee te gaan, brieven zijn er geschreven naar Walibi om te vragen of er korting kon worden gegeven omdat jullie met een hele groep gaan etc. etc.
Maar nu zijn jullie een ding vergeten, namelijk om de directeur van de school toestemming te vragen om 16 juni a.s. vrij te mogen hebben voor het klassenuitje.
Jou is gevraag door middel van een e-mail de directeur te vragen om deze dag vrij te mogen hebben. Jij besluit de e-mail te schrijven aan pploeg@freemail.com.
opdracht formele brief
Slide 22 - Tekstslide
Wat moet er in de mail staan?
In de e-mail moet de volgende zaken voorkomen:
vertel van het klassenuitje dat jij samen met 2 anderen hebt georganiseerd
vertel waar de reis naar toe gaat
vermeld de datum van het reisje
vertel dat jullie speciale korting hebben gekregen als groep
vertel dat vervoer is geregeld met ouders
vertel dat de mentor ook meegaat
noem de naam van jouw mentor
vraag of de directeur een kleine bijdrage wil geven per leerling
vraag of de directeur jou snel terug wil mailen
Wat moet er in je brief staan?
Slide 23 - Tekstslide
Aan slag
Schrijven: informele brief
Inleveren op It's Learning (samen met formele brief)