Les 38 - Formele en informele taal correct gebruiken

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In mijn cv kunt u lezen wat ik nog meer voor vette dingen heb gedaan.

Slide 2 - Tekstslide

Formeel is niet ouderwets
Aangaande jouw reactie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Je weet wanneer je formele en informele taal gebruikt.
Je kunt aangeven of taalgebruik formeel of informeel is.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vragenrondje
De verkoper spreekt de klant aan met 'He jonge, wil je passe?' Waarom is dat niet de juiste toon?

Waar hangt je keuze voor formeel of informeel taalgebruik van af?

Wat doe je als je twijfelt?

Kun je formeel en informeel taalgebruik door elkaar gebruiken?

Is ouderwets taalgebruik altijd verkeerd?

Slide 12 - Tekstslide

Werkfase
Ga naar hoofdstuk 38, pagina 80 en 81
Maak vraag 1 t/m 6
We kijken de vragen na in de les.

Ben je klaar?
Ga dan verder met vraag 7 t/m 12

Je mag ook een computer pakken en verder gaan met NUMO.
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken

Slide 14 - Tekstslide

Nakijken

Slide 15 - Tekstslide