Grieken herhaling

Oude Grieken herhaling
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oude Grieken herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landbouw
Landbouw belangrijkste middel van bestaan, maar:
  • veel bergachtig gebied
  • droog klimaat
  • 20% van het land is geschikt voor landbouw
  • Producten als olijven en druiven (olie en wijn)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1600 v. Chr. Minoïsche cultuur
  1. 3000 v.Chr. rondom de Middellandse zee overal landbouw
  2. Ontstaan van zeilschepen i.p.v. roeischepen -> verdere reizen mogelijk
  3. Paleis-economie: gebied wordt vanuit het paleis bestuurd -> voedsel in paleis opgeslagen en verdeeld
  4. Geschreven taal lijkt op hieroglieven maar is nooit ontcijferd


HV/VWO

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Griekse stadstaten 
  • Griekenland bestond nog niet als één land
  • Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning
  • Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Griekse stadstaten 
  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd
  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden
  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kolonies buiten Griekenland


  • Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)
  • Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood
  • Sommige Grieken trokken weg, op zoek naar een beter leven
  • Met schepen voeren ze over de Middellandse Zee naar andere gebieden om daar te gaan wonen



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kolonies buiten Griekenland
  • Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken kolonies in Spanje, Italië en Turkije
  • Tussen de kolonies en het 'moederland' ontstond zoveel handel dat de Grieken rond 550 v. Chr. geen nieuwe kolonies meer stichten.
  • Door de Griekse kolonies raakte de mensen in het Middellandse Zeegebied bekend met de Griekse cultuur (zoals: mythologie, beeldhouwkunst, enz.)
  • Hierachter zie je een kruik. Deze werden gebruikt voor het vervoeren van olie. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van de Atheense democratie
  • Elke stadstaat of polis had zijn eigen manier en wetten 
  • Stadsstaat Athene was een democratie
  • Alle  vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen: het was daardoor niet een echte democratie
  • Veel slavernij
  • Solon zorgt er in 594 v. Chr voor dat mensen niet meer door armoede slaaf kunnen worden


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het volk beslist

  • Ondanks Solon's wetten blijft het verschil tussen arm en rijk groot
  • Arme Atheners hadden het zwaar en er kwamen nieuwe ruzies
  • Rond 500 v. Chr. komt Kleisthenes met nieuwe wetten en voert een échte democratie in

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van de Atheense democratie
  • Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen
  • Directe democratie
  • Ostracisme  voorkomt teveel macht bij één persoon
  • Onbetaalde baan

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkomen van teveel macht:

  • Atheners mogen elk jaar een leider wegstemmen
  • meer dan de helft stemt weg
  • 10 jaar verbannen uit de stad

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen met de Nederlandse democratie
  • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

  • Indirecte democratie

  • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

  • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

  • Betaalde baan

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadstaat: Sparta
Sparta kende drie sociale groepen:

  1. Mannen en vrouwen geboren in Sparta.
  2. Overwonnenen. Zij woonden in gebieden die door Sparta waren onderworpen.
  3. Bewoners van stadstaatjes verder van Sparta af.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sparta
  • Hoplieten (soldaten) de enige burgers met alle rechten.
  • Twee koningen de baas (monarchie)
  • Maar ook: een groep van 30 oude mannen: de dertig.  Zo'n kleine groep van machthebbers noem je: oligarchie
  • Plus: een volksvergadering van de burgers (democratie)
  • De macht lag vooral bij de Dertig


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Eerste Perzische Oorlog (490-499 v. Chr.)
Ionië hoort bij het Perzische Rijk: hier liggen veel Griekse koloniën => zij waren ontevreden:
  1. hoge Perzische belasting
  2. Perzië verhinderde handel met Griekse steden
  • Daarom kwamen zij in opstand tegen Perzië => Ionische opstand
  • Griekse steden kwamen helpen en bevrijdden de koloniën van Perzië
  • Dareios wil een boete van Athene, maar Athene vermoordt de boodschappers...

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Eerste Perzische Oorlog (490-499 v. Chr.)
  • Koning Dareios wil wraak op de Griekse steden
  • In 490 valt Perzië Griekse stadstaten aan bij Marathon (40 km ten oosten van Athene) met ongeveer 20.000 man 
  • Athene vraagt hulp aan Sparta omdat zij het beste leger hebben...maar die komen niet vanwege een religieus festival
  • Athene staat er dus alleen voor met ongeveer 10.000 man...

Slide 16 - Tekstslide

op de afbeelding is Perzische infanterie te zien
Tweede Perzische Oorlog
  • De zoon van Dareios, Xerxes valt opnieuw aan via een brug over de Hellespont
  • 480 v. Chr.: Slag bij Thermopylae: de Spartanen proberen de Perzen tegen te houden, maar worden verraden
  • 479 v. Chr.: Slag bij Salamis: snelle Atheense schepen verslaan de Perzen en daarna worden de Perzen ook op land verslagen
  • De Griekse stadstaten laten zien dat ze kunnen samenwerken!
  • Grieken zien de overwinning op de Perzen als een overwinning van burgers op de tirannie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

daarna voortdurend oorlog!
tot de man van paragraaf 4 (Alexander de Grote) de boel overneemt.....

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alexander de Grote
Alexander wilt de Griekse koloniën voor eens en voor altijd bevrijden van de Perzen. 
  • 334 v.Chr: Alexander begint zijn oorlog in Perzië. 

  • Alexander weet het hele Perzische rijk te veroveren, en zelfs tot in India te komen. 

  • Het verspreid hiermee de Griekse cultuur over de hele wereld: Hellenisme

Na Alexander zijn dood werd zijn rijk opgedeeld; alle generaals wilde een eigen stukje hebben. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Hellenisme
  • Veel soldaten van Alexander blijven achter in de veroverde gebieden, ook andere Grieken gaan daar wonen.

  • Grieken werden als belangrijk gezien > bovenlaag van de bevolking.

  • Konden volgens hun eigen cultuur blijven leven.

  • De oorspronkelijke bewoners wilde deze gebruiken ook overnemen.

  • Ontstaan Hellenisme

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van Mythe...
Stel je voor....
Van Mythe...

Stel je voor....

De wereld/natuur begrijpen door: 
  • Goden 
  • Orakels 
  • Magie
  • => Mythes 


(vóór 600 v Chr)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van Mythe...
Stel je voor....
   ...naar wetenschap           (600 v Chr)
De wereld/natuur begrijpen door: 
  • observeren/ bestuderen
  • redeneren 
  • => Filosofen
  • => wetenschap 


Contact met volken met ander mythen zorgt voor twijfel. 
Thales van Milete

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hippocrates


  • Geneeskunde
  • Eed van Hippocrates
  • Zou een afstammeling van de halfgod Asclepius (Esculaap)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies