Blok 6, dictee 3 - s-z en f-v

lesdoel
Hoor je vóór de s of f een lange klank of tweeklank? Als je het woord langer maakt, wordt de s een z en de f een v.

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

lesdoel
Hoor je vóór de s of f een lange klank of tweeklank? Als je het woord langer maakt, wordt de s een z en de f een v.

Slide 1 - Tekstslide

REGEL S/Z
Hoor je een /s/ aan het eind van een woord?
Als je het woord langer maakt, wordt de s vaak een z.


glas - glazen
huis - huizen
roos - rozen

Slide 2 - Tekstslide

REGEL F/V
Hoor je een /f/ aan het eind van een woord?
Als je het woord langer maakt, wordt de f vaak een v.


doof - de dove man
ik graaf - wij graven
de druif - de druiven

Slide 3 - Tekstslide


Slide 4 - Open vraag


Slide 5 - Open vraag


Slide 6 - Open vraag


Slide 7 - Open vraag


Slide 8 - Open vraag


Slide 9 - Open vraag


Slide 10 - Open vraag


Slide 11 - Open vraag


Slide 12 - Open vraag


Slide 13 - Open vraag

spelling
blok 6 - dictee 3
bladzijde 32




Slide 14 - Tekstslide