OPG unit 20 - used to
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je vroeger veel gedaan en nu niet meer?
Slide 2 - Woordweb
Vertaal: Vroeger heb ik veel gesnoept, nu niet meer.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
'Used to' wordt gebruikt bij gebeurtenissen in de ...
A
verleden tijd
B
tegenwoordige tijd
C
toekomstige tijd
Slide 6 - Quizvraag
I
used to
live
in Goirle
Slide 7 - Sleepvraag
He
used to
but he quit
play for Chelsea
Slide 8 - Sleepvraag
Add used to
+ (positive)
I / to have / a dog / .
+ (positive)
I / to have / a dog / .
Slide 9 - Open vraag
add used to
- (negative)
She / to be / good at drawing / .
- (negative)
She / to be / good at drawing / .
Slide 10 - Open vraag
add used to
? (question)
she / to wear / makeup / ?
? (question)
she / to wear / makeup / ?
Slide 11 - Open vraag
add used to
+ (positive)
He / to play / football / .
+ (positive)
He / to play / football / .
Slide 12 - Open vraag
What did you use to do when you were a small child?
