Conjunctions and used to

Conjunctions and used to
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Conjunctions and used to

Slide 1 - Tekstslide

Goals:
- Aan het einde van deze les weten jullie wanneer je 'Used to' moet gebruiken.
- Aan het einde van de les weten jullie wanneer je de Conjunctions gebruikt worden.

Slide 2 - Tekstslide

Used to

Slide 3 - Tekstslide

'Used to' is used for events in the ...
A
past
B
present
C
future

Slide 4 - Quizvraag

He
used to
but he quit
play for Chelsea

Slide 5 - Sleepvraag

Add used to
+ (positive)
I / to have / a dog / .

Slide 6 - Open vraag

add used to
- (negative)
She / to be / good at drawing / .

Slide 7 - Open vraag

add used to
? (question)
she / to wear / makeup / ?

Slide 8 - Open vraag

add used to
+ (positive)
He / to play / football / .

Slide 9 - Open vraag

Conjunctions

Slide 10 - Tekstslide

Listen to the story ___ answer the questions in complete sentences.
A
and
B
because
C
but
D
or

Slide 11 - Quizvraag

I like sugar in my tea, ___ I don't like milk in it.
A
and
B
but
C
or
D
so

Slide 12 - Quizvraag

Is it Thursday ___ Friday today?
A
and
B
but
C
or

Slide 13 - Quizvraag

We were very tired ___ happy after our flight to Sydney.
A
and
B
but
C
or
D
so

Slide 14 - Quizvraag

Maandag SO

Neem iets mee:
Leesboek
Werkboek
Zorg dat je iets kunt doen zonder laptop.

Slide 15 - Tekstslide