(2) Herhaling woordsoorten brugklas

Hoofdstuk
Onderdeel
Blz.
H1
Zelfstandig naamwoord en lidwoord
30
H2
Bijvoeglijk naamwoord
60
H3
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
90
H5
Voorzetsel
150
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk
Onderdeel
Blz.
H1
Zelfstandig naamwoord en lidwoord
30
H2
Bijvoeglijk naamwoord
60
H3
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
90
H5
Voorzetsel
150

Slide 1 - Tekstslide


Kies de juiste woordsoort.
De bakker heeft verschillende broden gebakken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord (ww)

Slide 2 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Vanochtend heb ik één boterham gegeten.
A
Bepaald lidwoord (blw)
B
Onbepaald lidwoord (olw)
C
Geen lidwoord

Slide 3 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb gisteren drie hoofdstukken in mijn boek gelezen!
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)

Slide 4 - Quizvraag


Ik heb hele goede cijfers op mijn rapport!  
A
Bepaald lidwoord (blw)
B
Voorzetsel (vz)
C
Zelfstandig naamwoord (zn)
D
Onbepaald lidwoord (olw)

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel lidwoorden staan er in de zin?
De jongens kochten allemaal één ijsje.

Slide 6 - Open vraag


Op zaterdag slaapt mijn broer altijd heel lang uit
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
In augustus gaan mijn oom en tante altijd naar Spanje.

Slide 8 - Open vraag


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb veel te veel gegeten.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin?
Voordat het feest op school begon, zocht ik mijn kleren uit.

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden staan er in onderstaande zin?
Het grote lokaal was heel koud.

Slide 11 - Open vraag