Theorie media 5.1 en 5.3

Les 5.1/5.3 - Communicatie
en nieuws
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Introductie

Uitleg bij §1 van het Thema media. Methode: Thema's Maatschappijleer

Onderdelen in deze les

Les 5.1/5.3 - Communicatie
en nieuws

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

communiceren
ewelkW
zender
ontvanger
het doorgeven en ontvangen van informatie
informatie
middel

Slide 2 - Tekstslide

Alle gesprekken die je voert, via welk middel dan ook, is een vorm van communicatie. Wij communiceren tegenwoordig heel vaak via een medium.
communicatie
Je communiceert voortdurend op allerlei manieren. 

Drie manieren daarvan zijn:
  1. non-verbaal of verbaal
  2. eenzijdig of tweezijdig
  3. persoonlijk of massaal

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

non-verbaal of verbaal
Je lichaam spreekt met anderen: gevoelens, gedachten, houding en uitstraling zijn vaak aan de 'buitenkant' te zien. Dit is non-verbale communicatie.
Spreken of schrijven noemen we verbale communicatie
(alles met woorden = verbaal)
(alles zonder woorden = non-verbaal)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

eenzijdig of meerzijdig
Eenzijdig = je ontvangt alleen informatie en kunt niet reageren
Voorbeeld?
Meerzijdig = je bent tegelijk zender en ontvanger
Voorbeeld?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

persoonlijk of massaal
1 zender, veel ontvangers
Wanneer een medium (tv, krant, boeken, radio, billboards, enz.) een groot publiek bereikt, is het een massamedium
massacommunicatie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

        MEDIAWIJSHEID

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mediawijs
Niet mediawijs

betrouwbaarheid bron checken
bron niet checken
Zorgvuldig omgaan met delen privé-gegevens
Iedereen die het vraagt privé-gegevens geven
Als ik iets lees op social media, kijk ik altijd wie het geschreven heeft
Ik haal informatie uit verschillende bronnen
Ik geloof eigenlijk alles wat ik lees
Ik haal informatie vooral van 1 persoon of site of app

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gebruiken we media voor?
kennis en nieuws
ontspanning
contact
identiteit

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:10
Welke media gebruiken jullie?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

00:59
Welke functie van mediagebruik komt hier vooral naar voren?
A
kennis en nieuws
B
ontspanning
C
sociaal contact
D
identiteit

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieuws
Nieuws

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuws
Wat is nieuws?
  • Actueel
  • Bijzonder
  • Interessant
  • Bekende personen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Hoor en wederhoor
Om objectief nieuws te brengen passen journalisten hoor en wederhoor toe. Hoor en wederhoor = dat meerdere partijen worden ondervraagt en dus meerdere kanten worden belicht. (meer meningen)

Bijvoorbeeld: als een journalist iemand interviewt die beweert dat die moet liegen van zijn baas tegen klanten, gaat hij vervolgens ook de baas van de medewerker opzoeken om ook zijn mening en verhaal aan te horen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectief of subjectief?
  • Objectief
Als het onafhankelijk is van de mening van mensen, zonder interpretatie. 

  • Subjectief
Als er wel een mening of een interpretatie is.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil echt nieuws en nep nieuws
Echt nieuws: Echt nieuws is nieuws waarin alleen feiten staan en geen meningen. Het is dus objectief.

Nep nieuws: Zijn niet gebaseerd op feiten, maar vaak op een mening.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleepopdracht
Media; echt of nep?
Fake news
Nieuws
Het bericht heeft een goede, duidelijke bronvermelding.
Het bericht is met opzet gemaakt en verspreid om je te misleiden.
Het bericht bevat geen waarheidsgetrouwe informatie.
Het bericht maakt een duidelijk onderscheid tussen feiten en meningen.
Het bericht laat voor- en tegenstanders aan het woord.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fake news kan verschillende redenen hebben.
Sleep de voorbeelden naar de juiste reden.
Geld (verdienen)
Iets of iemand in een kwaad daglicht stellen
Humor (gewoon voor de lol)
'Die minister vertelt alleen maar leugens.'
'Koning geeft iedereen vrij op verjaardag huisdier.'
Audibaas: 'Mercedes maakt onveilige auto's.'
'Met deze zalf geneest uw gebroken arm meteen!'

Slide 20 - Sleepvraag

Notitie voor de docent:
  • Hier herhaal je nogmaals de beweegredenen achter het verspreiden van nepnieuws. 
  • Geld: de verspreider wil clicks halen en daarmee geld verdienen.
  • In een kwaad daglicht stellen: de verspreider hoopt zijn 'tegenstander' met nepnieuws uit te schakelen.
  • Humor: de verspreider heeft geen achterliggend doel. Bijvoorbeeld een 1 aprilgrap.
Keuzes in samenleven: vraagstukken

Je krijgt nu een aantal vraagstukken waar jullie samen over na moeten denken. Pas als jullie overeenstemming (compromis) hebben bereikt, maak je een keuze. Het doel is om elkaar te overtuigen van jouw visie op samenleven.
Je schrijft deze keuzes op de achterkant. 
(andere helft naast afspreken)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies