3V Schrijven H5 les 2 en Lezen H5

10 minuten lezen
Opties voor de leerlingen thuis:
- 10 minuten lezen
- werk aan je eindopdracht voor Anne Frank
- Lees de uitleg Formuleren H4
- Start met Lezen H5
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
Opties voor de leerlingen thuis:
- 10 minuten lezen
- werk aan je eindopdracht voor Anne Frank
- Lees de uitleg Formuleren H4
- Start met Lezen H5

Slide 1 - Tekstslide

Opstarten

Slide 2 - Tekstslide

Is deze zin goed of fout?

De media schrijft bijzonder negatief over deze superster.
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quizvraag

De media schrijft bijzonder negatief.
media = onderwerp = meervoud
schrijft = pv = ev

Slide 4 - Tekstslide

Programma
Oefening Incongruentie en onjuiste inversie
Feedback zakelijke brieven
Starten Lezen H5
Laatste quizvraag 
Opdrachten maken
Afronden

Slide 5 - Tekstslide

Oefening Incongruentie en onjuiste inversie

Slide 6 - Tekstslide

Vorige les (en zojuist) besproken:
Wat is een incongruentie?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Goed of fout?

De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben een probleem.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Verzamelwoord als onderwerp
'De jeugd' lijkt meervoud , is enkelvoud
->incongruentie

Slide 9 - Tekstslide

De jeugd heeft de toekomst, maar ze weet het nog niet.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

De kudde schapen stak de weg over.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Mensen die belangstelling hebben voor de functie worden verzocht te reageren.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Meewerkend voorwerp wordt ten onrechte als ow gezien.
verzwegen ow: Er wordt aan mensen die belangstelling hebben....

-> incongruentie

Slide 13 - Tekstslide

Incongruentie kan dus komen door:





-verzamelwoord als onderwerp

-onderwerp en pv staan te ver uit elkaar

-het mv wordt ten onrechte als ow gezien

Slide 14 - Tekstslide

Ik ben vanochtend door mijn wekker heen geslapen en moest ik erg haasten.
timer
0:30
A
Goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Theorie - onjuiste inversie
  • Een foutieve inversie ontstaat vaak bij samengestelde zinnen.
  • Inversie betekent dat het onderwerp achter de persoonsvorm staat.
  • De inversie is onjuist als een onjuiste samentrekking is gemaakt. Als er een goede samentrekking is, kan inversie wel! 

Je mag alleen inversie gebruiken als er aan drie voorwaarden wordt voldaan, namelijk als:
  • de zin met een zinsdeel begint dat geen onderwerp is; 
  • Maandagochtend begin ik altijd met een half uurtje yoga.
  •  de zin een vraagzin is
  • Begin ik maandagochtend met een halfuurtje yoga?
  •  de zin met een bijzin begint (samengestelde zin).
  • Terwijl mijn vriendin op maandagochtend lekker uitslaapt, begin ik met een half uurtje yoga.

Slide 16 - Tekstslide

Theorie - onjuiste inversie
  • Wanneer je twee hoofdzinnen hebt, mag inversie niet.
(Je verbindt twee hoofdzinnen met de nevenschikkende voegwoorden en, maar, want, of, dus.)

  • Ik ben naar de kapper geweest en ik heb een rondje gefietst. 
  • *Ik ben naar de kapper geweest en heb ik een rondje gefietst. 

  • na deze voegwoorden begin je met een nieuwe zin, dus houd je de volgorde onderwerp + persoonsvorm + de rest van de zin aan.

  • Let altijd op of het om een samentrekking gaat! 

Slide 17 - Tekstslide

Theorie - onjuiste inversie 
"Zaterdagmiddag ben ik gaan zwemmen en (--) was ik pas om tien uur 's avonds thuis."

Deze zin is niet correct, want na het voegwoord 'en' begint het tweede deel met een persoonsvorm. Er hoort hier eerst een ander zinsdeel te staan. 

Slide 18 - Tekstslide

Theorie - onjuiste inversie 
Onjuiste inversie kun je op twee manieren verbeteren: 

  1. door de persoonsvorm en het onderwerp om te draaien;

  2. door een zinsdeel voor de persoonsvorm te zetten.

Slide 19 - Tekstslide

Zin met onjuiste inversie

"Zaterdagmiddag ben ik gaan zwemmen en (--) was ik pas om tien uur 's avonds thuis."


Verbetering 

Manier 1: Zaterdagmiddag ben ik gaan zwemmen en ' s avonds was ik pas om tien uur thuis.

Manier 2: Zaterdagmiddag ben ik gaan zwemmen en ik was pas om tien uur 's avonds thuis.

Slide 20 - Tekstslide

"Morgen gaat Virva de toets Nederlands maken en gaat ze ook beginnen met haar boekverslag."
A
Juiste inversie
B
Onjuiste inversie

Slide 21 - Quizvraag

"Hierbij krijgt u een bonnetje voor uw jas en kunt u straks ophalen in de foyer."
A
Juiste inversie
B
Onjuiste inversie

Slide 22 - Quizvraag

"s Zondags gaan we altijd naar mijn opa en oma en eten we altijd rijst bij hen."
A
Juiste inversie
B
Onjuiste inversie

Slide 23 - Quizvraag

Feedback zakelijke brief
Jullie gaan elkaar feedback geven op de zakelijke brief aan de hand van een feedbackformulier.

Hoe zag een zakelijke brief er ook alweer uit?


Slide 24 - Tekstslide

Boek open op
Schrijven H5

Slide 25 - Tekstslide

 indeling zakelijke brief 

A: eigen naam en adres, telefoonnummer, e-mail (afzender)

B: naam, functie en adres van de geadresseerde

C: Plaats, datum (voluit)

D: Betreft: (onderwerp

E: Aanhef: Geachte heer/ mevrouw,

F: brieftekst: alineaindeling: inleiding, kern, slot

 G: Afsluiting: Met vriendelijke groet,

H Naam & handtekening van jezelf

Slide 26 - Tekstslide

Feedback zakelijke brief
Wissel je brief uit met die van een klasgenoot en geef elkaar feedback aan de hand van het feedbackformulier.
tijd: 10 minuten

Opties voor thuis:
- werk verder aan je eindopdracht voor Anne Frank
- Start met Lezen H5


Slide 27 - Tekstslide

Starten lezen H5
Boek open Lezen H5

Slide 28 - Tekstslide

Uitleg
Een tekstgedeelte (een of meer zinnen of een of meer alinea’s) heeft binnen een tekst een bepaalde functie, die je kunt aanduiden met een functiewoord als argument, conclusie, standpunt of voorbeeld. Andere functiewoorden zijn bijvoorbeeld: aanbeveling, aanleiding, constatering, gevolg, oorzaak, oplossing, probleemstelling, samenvatting, tegenwerping en uitwerking.

Soms kun je de functie van een tekstgedeelte herkennen aan een signaalwoord, zoals ‘zo’ bij een voorbeeld of ‘dus’ bij een conclusie. De functie van onderstaande alinea is samenvatting. Dat zie je mede aan het signaal ‘Kortom’.

– Kortom, er blijken biologische en sociale oorzaken te zijn voor het feit dat mensen graag naar muziek luisteren. Ze leren er hun emoties door kennen en als ze samen met anderen naar muziek luisteren, vergroot dat hun gevoel van verbondenheid.

Slide 29 - Tekstslide

Laatste quizvraag!

Wat is een constatering?
A
Vaststelling van een feit
B
Een oproep tot het vormen van een mening
C
Aangeven dat iets is zoals het is
D
De uitleg van een feit

Slide 30 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak Lezen H5 startopdracht en opdracht 1 en 2
In je schrift of via NN-online.
Je mag de vragen over woordbetekenissen overslaan. 

Huiswerk voor volgende les!
Thuis: je mag uit Teams

Vergeet de deadline vandaag 17.00 niet!

Slide 31 - Tekstslide

Afronden
Komende twee lessen vallen uit.

Voor daarna: Lezen H5 startopdracht, opdracht 1 en 2

Slide 32 - Tekstslide