persoonsvorm verleden tijd
Om te bepalen of je + te(n) of + de(n) moet schrijven, kun je de regel van 't kofschip gebruiken:
1. Neem de stam van het werkwoord.
2. Kijk naar de laatste letter van de stam.
3. Is dat een medeklinker uit 't kofschip of is het een x?
Ja? Schrijf dan de ik-vorm + te(n).
Nee? Schrijf dan de ik-vorm + de(n).